Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «angefochtenen gesetzes vorgesehene unterstützung lediglich » (Allemand → Néerlandais) :

In einem ersten Klagegrund bemängelt die klagende Partei, dass in Artikel 19 des angefochtenen Gesetzes vorgesehen sei, dass die Artikel 458 bis 463 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 auf die Finanzinstitute anwendbar seien, die nicht die im angefochtenen Gesetz vorgesehenen gesetzlichen Verpflichtungen einhielten.

In een eerste middel verwijt de verzoekende partij artikel 19 van de bestreden wet erin te voorzien dat de artikelen 458 tot 463 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van toepassing zijn op de financiële instellingen die de bij de bestreden wet bepaalde wettelijke verplichtingen niet naleven.


Im angefochtenen Gesetz ist ausdrücklich vorgesehen, dass in den individuellen Genehmigungen zum Betrieb und zur industriellen Stromerzeugung durch Spaltung von Kernbrennstoffen, die durch den König ohne zeitliche Begrenzung erteilt worden sind, die Bestimmungen über die Genehmigung zur industriellen Stromerzeugung durch Spaltung von Kernbrennstoffen an den im angefochtenen Gesetz festgelegten Daten enden.

De bestreden wet bepaalt uitdrukkelijk dat in de individuele vergunningen tot exploitatie en tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen, die door de Koning zonder tijdsbeperking werden toegekend, de bepalingen betreffende de toelating tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen een einde nemen op de in de bestreden wet bepaalde data.


Aus dem Wortlaut von Artikel 4 § 1 des Gesetzes vom 31. Januar 2003, ersetzt durch das angefochtene Gesetz, ergibt sich, dass durch das angefochtene Gesetz der schrittweise Ausstieg aus der Kernenergie, so wie er im vorerwähnten Artikel 4 § 1 vorgesehen ist, in zwei Aspekten abgeändert wurde: Einerseits wird es dem Kraftwerk Doel 1 erlaubt, « erneut » Elektrizität ab dem Inkrafttreten des angefochtenen Gesetzes, das heißt ab dem 6 ...[+++]

Uit de formulering van artikel 4, § 1, van de wet van 31 januari 2003, zoals vervangen bij de bestreden wet, blijkt dat de bestreden wet de geleidelijke uitstap uit kernenergie, zoals voorzien in voormeld artikel 4, § 1, in twee opzichten heeft gewijzigd : enerzijds staat zij toe dat de centrale Doel 1 « opnieuw » elektriciteit produceert vanaf de inwerkingtreding van de bestreden wet, zijnde 6 juli 2015, en stelt zij de desactivering ervan uit tot 15 februari 2025; anderzijds stelt zij de datum van de desactivering en van het einde van de industriële elektriciteitsproductie van de centrale Doel 2 uit met tien jaar, tot 1 december 2025.


Obwohl in der Begründung des Gesetzentwurfs angegeben wird, dass im angefochtenen Gesetz eine vollständige Regelung der erworbenen Rechte für die bisherigen Fachkräfte, die Tätigkeiten ausüben, welche zu der in Artikel 68/2/1 § 1 des Gesetzes vom 10. Mai 2015 definierten Psychotherapie gehören, vorgesehen würde, behält Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 ab seinem Inkrafttreten die weitere Ausübung dieser Berufstätigkeiten ...[+++]

Hoewel in de memorie van toelichting van het wetsontwerp wordt aangegeven dat de bestreden wet voorziet in een volledige regeling van verworven rechten voor reeds bestaande beoefenaars van activiteiten die onder de in artikel 68/2/1, § 1, van de WUG omschreven psychotherapie ressorteren, behoudt artikel 11 van de wet van 10 juli 2016 vanaf de inwerkingtreding ervan de voortzetting van de uitoefening van die beroepsactiviteiten op autonome wijze voor aan de houders van een WUG-beroepstitel of aan diegenen die uiterlijk in het academiejaar 2016-2017 een opleiding op bachelorniveau die recht geeft op een WUG-titel hebben aangevat.


Wie in B.2.3 dargelegt wurde, ist dem Zustandekommen des angefochtenen Gesetzes das Verfahren vorangegangen, das im Gesetz vom 26. Juli 1996 vorgesehen ist (Parl. Dok., Kammer, 2014-2015, DOC 54-0987/001, SS. 4-5; Parl. Dok., Kammer, 2014-2015, DOC 54-0987/003, SS. 4-5).

Zoals is vermeld in B.2.3, is de totstandkoming van de bestreden wet voorafgegaan door de procedure vervat in de wet van 26 juli 1996 (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-0987/001, pp. 4-5; Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-0987/003, pp. 4-5).


In den Vorarbeiten zum angefochtenen Gesetz wurde Artikel 36ter § 4 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens, aufgrund dessen das Organ für die Kontrolle der polizeilichen Informationen keine Anträge im Sinne von Artikel 13 dieses Gesetzes bearbeitet, wie folgt begründet: « Im Gesetzentwurf ist [...] in Artikel 36ter vorgesehen, dass das Kontrollorgan nicht die Aufgabe hat, die Anträge der Betreffenden zu kontrollieren und notwendigenfalls deren Daten zu berichtigen.

In de parlementaire voorbereiding van de bestreden wet wordt artikel 36ter, § 4, van de Privacywet, krachtens hetwelk het Controleorgaan op de politionele informatie geen aanvragen behandelt bedoeld in artikel 13 van die wet, toegelicht als volgt : « Het wetsontwerp stelt [...] in artikel 36ter dat het controleorgaan niet tot taak heeft de aanvragen van de betrokkene te controleren en indien nodig zijn gegevens te verbeteren.


Insofern die klagenden Parteien in Bezug auf die Zusammensetzung des Kontrollorgans ferner anführen, dass im angefochtenen Gesetz keine Mitglieder vorgesehen seien, die aus dem « Mittelfeld » stammten, und ebenfalls keine Bestimmungen über das Geschlecht und die Sprachzugehörigkeit der Mitglieder dieses Organs vorgesehen seien, sind diese Beschwerdegründe den in B.7 angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen fremd.

In zoverre de verzoekende partijen met betrekking tot de samenstelling van het Controleorgaan nog aanvoeren dat de bestreden wet niet voorziet in leden die afkomstig zijn uit het « middenveld », noch voorziet in bepalingen betreffende het geslacht en de taalaanhorigheid van de leden van dat orgaan, zijn die grieven vreemd aan de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen.


Im zweiten Teil des ersten Klagegrunds führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/11/4 § 1 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch Artikel 27 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar sei mit den in B.7 angeführten Referenznormen, da keine Garantien zur Vermeidung eines unerlaubten Zugriffs auf personenbezogene Daten während deren Übermittlung vorgesehen seien.

In het tweede onderdeel van het eerste middel voeren de verzoekende partijen, onder meer, aan dat artikel 44/11/4, § 1, van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 27 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de in B.7 vermelde referentienormen, doordat niet is voorzien in waarborgen ter voorkoming van een ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens tijdens de doorzending ervan.


In Artikel 5 § 2 Absatz 3 des angefochtenen Gesetzes ist außerdem eine gleichwertige Ausgleichsruhezeit vorgesehen, die innerhalb von vierzehn Tagen genommen wird, und durch Artikel 5 § 4 des angefochtenen Gesetzes wird eine Ruhezeit von mindestens zwölf aufeinander folgenden Stunden nach jeder Arbeitsleistung mit einer Dauer zwischen zwölf Stunden und vierundzwanzig Stunden gewährt.

Artikel 5, § 2, derde lid, van de bestreden wet heeft daarnaast voorzien in een gelijkwaardige inhaalrust die binnen een periode van veertien dagen wordt genomen en artikel 5, § 4, van de bestreden wet kent een rustperiode van minimum twaalf opeenvolgende uren toe na elke arbeidsprestatie waarvan de duur tussen twaalf uren en vierentwintig uren bedraagt.


Ein solcher Verstoß ist nicht erwiesen angesichts des in B.6 Erwähnten und des Umstandes, dass der Gesetzgeber in Kapitel 5 des angefochtenen Gesetzes Übergangsbestimmungen für die Personalmitglieder vorgesehen hat, die vor dem 1. Juli 2014 in Dienst waren und nicht die Stufe, die Klasse oder das Statut wechseln, so dass für diese Personen eine « neue alte Laufbahn » vorgesehen wurde, wie in den in B.2.2 zitierten Vorarbeiten präzisiert wurde.

Een dergelijke inbreuk wordt niet aangetoond, rekening houdend met hetgeen in B.6 is vermeld en met het feit dat de wetgever, in hoofdstuk 5 van de bestreden wet, in overgangsbepalingen heeft voorzien voor de personeelsleden die vóór 1 juli 2014 in dienst waren en die niet van niveau, klasse of statuut veranderen, zodat voor die personen in een « nieuwe oude loopbaan » wordt voorzien, zoals in de in B.2.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding wordt gepreciseerd.


w