Im zweiten Teil ihres einzigen Klagegrunds bemängelt die klagende Gesellschaft, dass die angefochtene Bestimmung nicht nur Holz vom Vorteil von Artikel 38 § 3 des Elektrizitätsdekrets ausschliesse, sondern ebenfalls alle in der Holzwirtschaft anfallenden Abfälle, selbst wenn sie nicht mehr auf andere Weise verwertet werden könnten.
In het tweede onderdeel van haar enige middel verwijt de verzoekende vennootschap de bestreden bepaling dat ze niet alleen hout uitsluit van het voordeel van artikel 38, § 3, van het Elektriciteitsdecreet, maar eveneens alle afvalstoffen die door de houtexploitatie worden geproduceerd, zelfs wanneer ze niet op een andere wijze kunnen worden gevaloriseerd.