- er zu einer Ungleichheit führt zwischen der Anfecht
ung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die Vaterschaft eines unter der Geltung des alten Abstammung
sgesetzes geborenen Kindes für sich in Anspruch nimmt und dessen Klagerecht auf ein Jahr nach dem Inkrafttreten dieses Gesetzes beschränkt ist, ungeachtet des Zeitpunktes, an dem er die Anerkennung des
Kindes durch einen anderen ...[+++] Mann zur Kenntnis genommen hat, und der Anfecht
ung der väterlichen Anerkennung durch den Mann, der die Vaterschaft eines unter der Geltung des neuen Abstammung
sgesetzes geborenen Kindes für sich in Anspruch nimmt, für den die Frist - in Anbetracht des in diesem Punkt für verfassungswidrig befundenen Artikels 330 § 1 Absatz 4 des
Zivilgesetzbuches - erst ab dem Zeitpunkt einsetzen kann, an dem er die Tatsache, dass die angefochtene Anerkennung stattgefunden hat, zur Kenntnis nehmen konnte?
- het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwistin
g van de vaderlijke erkenning door de man die het vaders
chap opeist van een kind geboren onder de oude afstammingswet en wiens vorderingsrecht beperkt is tot één jaar na de inwerkingtreding van die wet, ongeacht het tijdstip van de kennisname van de erkenning va
n het kind door een andere man, en de betwistin
g van de vaderlijke erkenning ...[+++] door de man die het vaderschap opeist van een kind geboren onder de nieuwe wet voor wie de termijn - gelet op het op dit punt ongrondwettelijk bevonden artikel 330 § 1 lid 4 B.W. - slechts kan aanvangen vanaf het tijdstip dat hij heeft kennis kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden ?