(1) Werden Erzeugnisse aus dem Gebiet einer Vertragspartei zu einer Ausstellung in ein Drittland versandt und nach der Ausstellung zur Einfuhr in das Gebiet einer anderen Vertragspartei verkauft, so erhalten sie bei der Einfuhr die Begünstigungen des Abkommens, sofern sie die Bedingungen dieses Protokolls für die Anerkennung als Ursprungserzeugnisse der Gemeinschaft oder Israels erfuellen und sofern den Zollbehörden glaubhaft dargelegt wird, daß
1. De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op de invoer van producten die uit een partij naar een tentoonstelling in een derde land zijn verzonden en na de tentoonstelling voor invoer in een andere partij zijn verkocht, voorzover deze producten aan de voorwaarden van dit protocol voldoen om als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Israël te worden beschouwd, en voorzover ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat: