Mit seinen Vorabentscheidungsfragen möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof vernehmen, ob Artikel 40 des flämischen Wohngesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, indem dadurch die
sozialen Wohnungsbaugesellschaften verpflichtet würden, die vorerwähnte Mustersatzung anzunehmen, so dass in Bezug auf das Stimmrecht und die Teilnahme an der Abstimmung in Gesellschaften mit sozialer Zielsetzung andere Regeln g
elten würden als in anderen Gesellschaften (erste Vorabentscheidungsfrage) und andere Regeln für die p
...[+++]rivaten Gesellschafter oder Aktionäre als für die öffentlich-rechtlichen Gesellschafter oder Aktionäre gelten würden (zweite Vorabentscheidungsfrage).Met zijn prejudiciële vragen wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 40 van de Vlaamse Wooncode de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het de sociale huisvestingsmaatschappijen ertoe verplicht de voormelde modelstatuten aan te nemen, zodat met betrekking tot het stemrecht en de deelname aan de stemming in vennootschappen met
een sociaal oogmerk andere regels gelden dan in and
ere vennootschappen (eerste prejudiciële vraag) en andere regels gelden voor de private aandeelhouders dan voor de publiek
...[+++]rechtelijke aandeelhouders (tweede prejudiciële vraag).