Overwegende dat in artikel 22 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 is bepaald dat , totdat de overeenkomstig artikel 27 van die verordening vastgestelde voorschriften van toepassing worden , elke Lid-Staat voor de invoer uit derde landen e
n de leveringen uit andere Lid-Staten van boter de regeling handhaaft die op 30 juni 1968 van toepassing was uit hoofde van artikel 2 , lid 6 , van Verordening nr . 13/64/EEG ; dat de overeenkomstig voornoemd artikel 27 te bepalen voorschriften betreffende de fabricage en de verhandeling van boter nog niet zijn vastgesteld ; dat voornoemd artikel 22 , lid 3 , leidt tot de toepassing van invoe
...[+++]rverboden die economisch niet meer gerechtvaardigd zijn ; dat dit lid met ingang van 1 april 1970 moet worden ingetrokken ,