Um zu bestimmen, was im Interesse des Kindes ist, muss unter anderem dessen Meinung « unter Berücksichtigung seines Alters und seines Unterscheidungsvermögens » Rechnung getragen werden (Artikel 22bis Absatz 2 der Verfassung).
Bij het bepalen van wat in het belang van het kind is, dient, onder meer, rekening te worden gehouden met de mening van het kind « in overeenstemming met zijn leeftijd en zijn onderscheidingsvermogen » (artikel 22bis, tweede lid, van de Grondwet).