Andere Pläne müssen auch Gegenstand einer solchen Prüfung sein, wenn dadurch « der Rahmen für die künftige Genehmigung von Projekten gesetzt wird », unter der Bedingung, dass sie « voraussichtlich erhebliche Umweltauswirkungen haben » (Artikel 3 Absatz 4 der Richtlinie vom 27. Juni 2001).
Nog andere plannen moeten het voorwerp van een dergelijke beoordeling uitmaken wanneer zij « het kader vormen voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor projecten » op voorwaarde dat zij « aanzienlijke milieueffecten [kunnen] hebben » (artikel 3, lid 4, van de richtlijn van 27 juni 2001).