(5) Unterliegt eine Verbindlichkeit dem Recht eines Drittlandes, können die Abwicklungsbehörden von dem Institut den Nachweis verlangen, dass jede Entscheidung einer Abwicklungsbehörde über Herabschreibung oder Umwandlung dieser Verbindlichkeit nach dem Recht dieses Drittlands wirksam wäre, wobei das für die Verbindlichkeit geltende Vertragsrecht, internationale Übereinkünfte über die Anerkennung von Abwicklungsverfahren und andere einschlägige Aspekte zu berücksichtigen sind.
5. Indien passiva onderworpen zijn aan het recht van een derde land, kunnen de afwikkelingsautoriteiten verlangen dat de instelling aantoont dat elk besluit van een afwikkelingsautoriteit tot afschrijving of omzetting van die passiva zal worden uitgevoerd krachtens het recht van dat derde land, rekening houdend met de voorwaarden van het contract betreffende die passiva alsook met internationale overeenkomsten inzake de erkenning van afwikkelingsprocedures en andere relevante aangelegenheden.
