Vertaling van "anberaumt seien " (Duits → Nederlands) :

– unter Hinweis auf den 103 Empfehlungen umfassenden Katalog des Menschenrechtsrats der Vereinten Nationen, der am 23. März 2010 zusammen mit dem Bericht der Arbeitsgruppe „Allgemeine Periodische Überprüfung“ vorgelegt wurde, sowie unter Hinweis auf die offizielle Antwort der Regierung von Fidschi vom 10. Juni 2010, in der diese erklärte, dass die seit langem geforderten und oft verschobenen Parlamentswahlen nunmehr für 2014 anberaumt seien und dass dieser Termin nicht verhandelbar sei,
– gezien een lijst van 103 aanbevelingen van de VN-Mensenrechtenraad, opgenomen in het verslag van 23 maart 2010 van de werkgroep voor de universele periodieke toetsing, en gezien het officiële antwoord van de regering van Fiji van 10 juni 2010 waarin zij stelt dat de reeds lang gevraagde en vaak uitgestelde algemene verkiezingen nu gepland zijn voor 2014 en dat over deze datum niet kan worden onderhandeld,

Durch Anordnung vom 15. Oktober 1997 hat der Hof die Rechtssache für verhandlungsreif erklärt und den Sitzungstermin auf den 26. November 1997 anberaumt, nachdem die vor dem Verweisungsrichter klagenden Parteien aufgefordert wurden, sich zur Erklärung des Ministerrats (in seinem Schriftsatz), dem zufolge die Verwaltung der direkten Steuern ihren vormaligen Standpunkt in Hinsicht auf die Interpretation von Artikel 155 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 zurückgenommen habe und die Wortfolge « Gesamtheit der Einkünfte » nunmehr dahingehend interpretiere, dass diese nicht mehr die kumulierten Berufseinkünfte der Eheleute umfasse, sondern lediglich die Berufseinkünfte des Steuerpflichtigen, der Berufseinkünfte im Ausland bezogen habe, welche in Belgien von der Steuer befreit seien (siehe Kassationshof, 27. Oktober 1996), zu äussern, und zwar in einem innerhalb einer fünfzehntägigen Frist ab dem Tag der Notifikation dieser Anordnung einzureichenden Ergänzungsschriftsatz.
Bij beschikking van 15 oktober 1997 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 november 1997, na de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter te hebben verzocht zich over de verklaring van de Ministerraad (in diens memorie) dat de administratie der directe belastingen is teruggekomen van haar vroeger standpunt ten aanzien van de interpretatie van artikel 155 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en dat zij de bewoordingen « het geheel van de inkomsten » voortaan in die zin interpreteert dat zij niet meer de gecumuleerde beroepsinkomsten van de echtgenoten omvatten, maar enkel de beroepsinkomsten van de belastingplichtige die beroepsinkomsten in het buitenland heeft gehad welke in België van belasting zijn vrijgesteld (cf. Hof van Cassatie, 27 oktober 1996), nader te verklaren in een aanvullende memorie in te dienen binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de dag van kennisgeving van die beschikking.