Ist dem Betreffenden der Grund für die Amtsaberkennung anschliessend an den Empfang der in § 2, Absatz 3 erwähnten Notifizierung bekannt und übt er sein Amt trotzdem weiterhin aus, setzt er sich den in Artikel 262 des Strafgesetzbuches angedrohten Strafen aus ».
Indien de betrokkene, na de kennisgeving bedoeld in § 2, lid 3, te hebben ontvangen, zijn bediening blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met de straffen bepaald in artikel 262 van het Strafwetboek ».