Vertaling van "allgemeinen wahlen bereits " (Duits → Nederlands) :

9. begrüßt das Erste Abkommen über die Grundsätze der Normalisierung der Beziehungen, das am 19. April 2013 in einem hochrangigen Dialog zwischen den Ministerpräsidenten Serbiens und des Kosovo erzielt wurde; begrüßt Serbiens Einsatz bei der Normalisierung der Beziehungen zum Kosovo, und fordert die staatlichen Stellen Serbiens nachdrücklich auf, in diesem Prozess wie auch bei der Entwicklung gutnachbarlicher Beziehungen, die den Interessen Serbiens und des Kosovo dienen können, eine konstruktive Rolle zu spielen; stellt fest, dass sich das Tempo der allgemeinen Verhandlungen verlangsamt hat, unter anderem wegen der Durchführung vorgezogener Wahlen in Serbien und Kosovo; begrüßt die Bildung einer neuen Regierung im Kosovo als einen wichtigen Schritt für die Wiederaufnahme des hochrangigen Dialogs vom 9. Februar 2015, der zu dem Justizabkommen von Mitrovica geführt hat, und begrüßt in diesem Zusammenhang die konstruktive Rolle der serbischen Regierung, die den gewählten Vertretern der serbischen Minderheit nahegelegt hat, sich in die neue Koalitionsregierung in Priština einzubringen und dort ihrer Verantwortung gerecht zu werden; legt Serbien und Kosovo nahe, die umfassende Umsetzung der bereits erreichten Abkommen in gutem Glauben und zeitnah fortzusetzen; und legt der EU nahe, eine Bewertung der Leistung der Parteien bei der Erfüllung ihrer Verpflichtungen durchzuführen; legt den staatlichen Stellen Serbiens und des Kosovo nahe, ihre Beziehungen weiter zu normalisieren; fordert beide Seiten auf, sich weiterhin um eine Annäherung der ethnischen Gemeinschaften der Albaner und Serben zu bemühen; betont, dass im Verhandlungsrahmen in Kapitel 35 Fortschritte im Prozess der Normalisierung der Beziehungen mit dem Kosovo verlangt werden, die parallel zu den Fortschritten in den allgemeinen Verhandlungen zu erreichen sind; betont, dass Kapitel 35 in einem frühen Stadium der Verhandlungen geöffnet werden sollte; ist der Ansicht, dass die volle Normalisierung der ...
9. is verheugd dat op 19 april 2013 tijdens de dialoog op hoog niveau tussen de premiers van Servië en Kosovo het eerste akkoord werd bereikt over de beginselen van de normalisering van de betrekkingen; is tevreden over het engagement van Servië ter normalisering van de betrekkingen met Kosovo en moedigt de Servische overheid er ten stelligste toe aan om een constructieve rol te spelen in dit proces, alsmede in de ontwikkeling van goede nabuurschapsbetrekkingen, die de belangen van beide landen kunnen dienen; stelt vast dat de algemene onderhandelingen trager verlopen, onder meer wegens het houden van vervroegde verkiezingen in zowel Servië als Kosovo; is verheugd dat in Kosovo een nieuwe regering is gevormd, hetgeen een belangrijke stap is voor het hernemen van de dialoog op hoog niveau van 9 februari 2015 die heeft geleid tot de overeenkomst over het gerechtelijk bestel in Mitrovica en is in dit verband ook verheugd met de constructieve rol van de Servische regering in het aanmoedigen van de gekozen vertegenwoordigers van de Servische minderheid om deel te nemen aan en hun verantwoordelijkheid te nemen in de nieuwe coalitieregering in Pristina; dringt er bij Servië en Kosovo op aan de tenuitvoerlegging van de reeds bereikte overeenkomsten te goeder trouw en tijdig voort te zetten, en verzoekt de EU om de prestaties van de partijen bij de naleving van hun verplichtingen te evalueren; moedigt de Servische en de Kosovaarse autoriteiten aan hun betrekkingen verder te normaliseren; verzoekt beide zijden om zich te blijven inzetten om de etnische Albanese en Servische gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen; benadrukt dat het voor het onderhandelingskader noodzakelijk is dat vooruitgang in de normalisering van de betrekkingen met Kosovo onder hoofdstuk 35 gelijktijdig verloopt met vooruitgang in de onderhandelingen in het algemeen; benadrukt dat hoofdstuk 35 in een vroeg stadium van de onderhandelingen moet worden geopend; is van mening dat volledige norma ...

9. begrüßt das Erste Abkommen über die Grundsätze der Normalisierung der Beziehungen, das am 19. April 2013 in einem hochrangigen Dialog zwischen den Ministerpräsidenten Serbiens und des Kosovo erzielt wurde; begrüßt Serbiens Einsatz bei der Normalisierung der Beziehungen zum Kosovo, und fordert die staatlichen Stellen Serbiens nachdrücklich auf, in diesem Prozess wie auch bei der Entwicklung gutnachbarlicher Beziehungen, die den Interessen Serbiens und des Kosovo dienen können, eine konstruktive Rolle zu spielen; stellt fest, dass sich das Tempo der allgemeinen Verhandlungen verlangsamt hat, unter anderem wegen der Durchführung vorgezogener Wahlen in Serbien und Kosovo; begrüßt die Bildung einer neuen Regierung im Kosovo als einen wichtigen Schritt für die Wiederaufnahme des hochrangigen Dialogs und begrüßt in diesem Zusammenhang die konstruktive Rolle der serbischen Regierung, die den gewählten Vertretern der serbischen Minderheit nahegelegt hat, sich in die neue Koalitionsregierung in Priština einzubringen und dort ihrer Verantwortung gerecht zu werden; legt Serbien und Kosovo nahe, die umfassende Umsetzung der bereits erreichten Abkommen in gutem Glauben und zeitnah fortzusetzen; legt den staatlichen Stellen Serbiens und des Kosovo nahe, ihre Beziehungen weiter zu normalisieren; fordert beide Seiten auf, sich weiterhin um eine Annäherung der ethnischen Gemeinschaften der Albaner und Serben zu bemühen; betont, dass im Verhandlungsrahmen in Kapitel 35 Fortschritte im Prozess der Normalisierung der Beziehungen mit dem Kosovo verlangt werden, die parallel zu den Fortschritten in den allgemeinen Verhandlungen zu erreichen sind; betont, dass Kapitel 35 in einem frühen Stadium der Verhandlungen geöffnet werden sollte; ist der Ansicht, dass die volle Normalisierung der Beziehungen zwischen Serbien und Kosovo den Beitritt Serbiens zur EU erleichtern würde;
9. is verheugd dat op 19 april 2013 tijdens de dialoog op hoog niveau tussen de premiers van Servië en Kosovo het eerste akkoord werd bereikt over de beginselen van de normalisering van de betrekkingen; is tevreden over het engagement van Servië ter normalisering van de betrekkingen met Kosovo en moedigt de Servische overheid er ten stelligste toe aan om een constructieve rol te spelen in dit proces, alsmede in de ontwikkeling van goede nabuurschapsbetrekkingen, die de belangen van beide landen kunnen dienen; stelt vast dat de algemene onderhandelingen trager verlopen, onder meer wegens het houden van vervroegde verkiezingen in zowel Servië als Kosovo; is verheugd dat in Kosovo een nieuwe regering is gevormd, hetgeen een belangrijke stap is voor het hernemen van de dialoog op hoog niveau en is in dit verband ook verheugd met de constructieve rol van de Servische regering in het aanmoedigen van de gekozen vertegenwoordigers van de Servische minderheid om deel te nemen aan en hun verantwoordelijkheid te nemen in de nieuwe coalitieregering in Pristina; dringt er bij Servië en Kosovo op aan de tenuitvoerlegging van de reeds bereikte overeenkomsten te goeder trouw en tijdig voort te zetten; moedigt de Servische en de Kosovaarse autoriteiten aan hun betrekkingen verder te normaliseren; verzoekt beide zijden om zich te blijven inzetten om de etnische Albanese en Servische gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen; benadrukt dat het voor het onderhandelingskader noodzakelijk is dat vooruitgang in de normalisering van de betrekkingen met Kosovo onder hoofdstuk 35 gelijktijdig verloopt met vooruitgang in de onderhandelingen in het algemeen; benadrukt dat hoofdstuk 35 in een vroeg stadium van de onderhandelingen moet worden geopend; is van mening dat volledige normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo de toetreding van Servië tot de EU zou faciliteren;

Die Europäische Union spricht Präsident Faure Gnassingbé sowie allen politischen Kräften in Togo ihre Anerkennung zu den Fortschritten aus, die bei der Vorbereitung der allgemeinen Wahlen bereits erzielt worden sind, und begrüßt die Anstrengungen, die sie unternehmen, um diese Wahlen innerhalb der von der Verfassung vorgesehenen Fristen abzuhalten.
De Europese Unie feliciteert president Faure Gnassingbé en alle Togolese politieke krachten met de reeds verwezenlijkte vorderingen bij de voorbereiding van de parlementsverkiezingen en prijst hun inspanningen om deze verkiezingen binnen de vastgestelde grondwettelijke termijnen te houden.

7. Beniamino Donnici focht mittels einer am 30. Mai 2006 beim regionalen Verwaltungsgericht für Latium eingereichten Beschwerde (R.G. Nr. 5258/2006) die Anordnung der nationalen Wahlleitung an, indem er wegen Verstoßes gegen die Artikel 20, 21, 22 und 41 des Gesetzes Nr. 18 vom 24. Januar 1979 und der bei Wahlen geltenden allgemeinen Grundsätze ihre Rechtmäßigkeit in Zweifel stellte und weil Achille Occhetto ja bereits zum gewählten Mitglied erklärt worden war, aber am 7. Juli 2004 auf die Wahl verzichtet hatte und daher nicht mehr auf der Liste der gewählten Kandidaten und möglichen Nachrücker stand, die am 12. November 2004 dem Europäischen Parlament übermittelt wurde.
7. De heer Beniamino Donnici ging op 30 mei 2006 tegen het besluit van het nationale kiesbureau in beroep bij het regionale bestuursgerecht van Latium (R.G. n. 5258/2006). Hij voerde aan dat het besluit van het nationale kiesbureau in strijd was met de artikelen 20, 21, 22 en 41 van Wet nr. 18 van 24 januari 1979 en met de algemene beginselen op het gebied van het kiesrecht. Hij bestreed de rechtsgeldigheid van de verklaring dat de heer Occhetto gekozen was met het argument deze reeds op 7 juli 2004 van verkiezing had afgezien en daarom niet meer voorkwam op de lijst van gekozenen en eventuele opvolgers die op 12 november 2004 aan het Europees Parlement was toegezonden.