20. hebt hervor, dass die Atmosphäre von Straflosigkeit bezüglich des Programms der CIA dazu geführt hat, dass im Rahmen der Politik der EU und der Vereinigten Staaten zur Te
rrorismusbekämpfung weiterhin Grundrechtsverletzung
en stattfinden, wie unter anderem durch die derzeit vom Parlament untersuchte Massenspionage durch das Überwachungsprogramm der US-amerikanischen Nationalen Sicherheitsbehörde (NSA) und der Überwachungseinrichtung
en in verschiedenen Mitgliedstaaten ...[+++]lass=yellow2> deutlich wird; fordert die Überarbeitung der Rechtsvorschriften zu den Agenturen der EU und der Mitgliedstaaten, die im Bereich Sicherheit und Nachrichtendienste tätig sind, wobei der Schwerpunkt auf der gerichtlichen Ex-ante-Kontrolle, der parlamentarischen Kontrolle und auf dem Recht, einen Rechtsbehelf einzulegen sowie der Berichtigung der von diesen Agenturen erfassten, gespeicherten oder
verarbeiteten Daten liegen sollte; 20. wijst erop dat het klimaat van straffeloosheid rond het CIA-programma ervoor heeft gezorgd dat in het kader van het antiterrorismebeleid van de EU en de Verenigde Staten nog meer schendingen van de grondrechten hebben kunnen
plaatsvinden, zoals onder meer is gebleken uit de onthullingen over de massale spionageactiviteiten in het kader van het toezichtsprogramma van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA en
door de inlichtingendiensten van diverse lidstaten, een thema waar het Parlement zich momenteel over buigt; verzoekt om de her
...[+++]ziening van de wetgeving inzake veiligheids- en inlichtingendiensten in de EU en de lidstaten, met bijzondere aandacht voor voorafgaande gerechtelijke en parlementaire controle, alsook voor het recht op beroep en het rectificeren van de door deze diensten verzamelde, bewaarde of verwerkte gegevens;