Vertaling van "aller eu-bürger " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

EU-Bürger [ Bürger der Europäischen Union | Bürger der Gemeinschaft ]
EU-onderdaan [ ingezetene van de Gemeenschap | onderdaan van de Europese Unie ]

Ad-hoc Ausschuss für ein Europa der Bürger | Ad-hoc-Ausschuss für das Europa der Bürger
ad-hoccomité Europa van de burgers

Bürger der Europäischen Union | EU-Bürger | Unionsbürger
burger van de Unie | EU-burger | Europese burger

auf die Wünsche des Bürgers abgestimmte Dienstleistung | den Wünschen der Bürger angepasste Dienstleistung
gepersonaliseerde dienst

Staatsangehöriger [ Bürger | Staatsbürger ]
staatsburger [ burger ]

Grundrechte der Bürger
grondrechten van de burgers

Bürger
bestuurde

Bürger der Europäischen Union
burger van de Europese Unie

BürgerInnen/KundInnen (nom pluriel) | Bürgerinnen und Bürger/Kundinnen und Kunden (nom pluriel)
burger/klant (nom masculin)

Europa der Bürger [ soziale Dimension des Binnenmarktes ]
Europa van de burgers [ sociale dimensie van de binnenmarkt ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

B. in der Erwägung, dass gegenseitiges Vertrauen zwischen den Mitgliedstaaten und das Vertrauen aller EU-Bürger und einzelstaatlichen Behörden in die Rechtssysteme aller anderen Mitgliedstaaten, insbesondere was die Rechtstaatlichkeit anbelangt, von herausragender Bedeutung für die Weiterentwicklung der EU in einen Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts ohne Binnengrenzen ist; in der Erwägung, dass die Achtung der Rechtsstaatlichkeit eine Voraussetzung für die Achtung aller aus den Verträgen und dem Völkerrecht abgeleiteten Rechte und Pflichten ist;
B. overwegende dat wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten, het vertrouwen van alle burgers in de EU en de nationale autoriteiten in de rechtsstelsels van alle andere lidstaten, in het bijzonder met betrekking tot de werking van de rechtsstaat, vooral cruciaal is voor de verdere ontwikkeling van de EU als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen; overwegende dat de rechtsstaat een voorwaarde is voor de handhaving van alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de Verdragen en uit het internationale recht;

16. weist die Auffassung, dass alle Fragen in Verbindung mit Programmen zur Massenüberwachung lediglich die nationale Sicherheit betreffen und daher ausschließlich der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten unterliegen, mit Nachdruck zurück; wiederholt, dass die Mitgliedstaaten sich in ihrem Handeln zum Schutz der nationalen Sicherheit uneingeschränkt an die Vorgaben des EU-Rechts und der EMRK zu halten haben; verweist auf ein kürzlich ergangenes Urteil des Gerichtshofs, wonach „es zwar Sache der Mitgliedstaaten [ist], die geeigneten Maßnahmen zur Gewährleistung ihrer inneren und äußeren Sicherheit zu ergreifen, [...] der Umstand, dass eine Entscheidung die Sicherheit des Staates betrifft, für sich allein genommen [jedoch] nicht zur Unanwendbarkeit des Rechts der Union führen [kann]“ ; erinnert ferner daran, dass es um den Schutz der Privatsphäre aller EU-Bürger geht und dass die Sicherheit und Zuverlässigkeit aller Kommunikationsnetze der EU in Gefahr sind; ist daher der Meinung, dass Diskussionen und Maßnahmen auf EU-Ebene nicht nur legitim, sondern auch notwendig für den Erhalt der Autonomie der EU sind;
16. staat zeer afwijzend tegenover de gedachte dat alle aangelegenheden met betrekking tot programma's voor grootschalige surveillance uitsluitend tot het domein van de nationale veiligheid behoren en daarom alleen tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren; roept de lidstaten op de EU-wetgeving en het EVRM volledig te eerbiedigen wanneer zij maatregelen treffen ter waarborging van de nationale veiligheid; herinnert aan een recente beslissing van het Hof van Justitie die bepaalt dat het weliswaar aan de lidstaten is om de passende maatregelen te treffen om de binnenlandse en buitenlandse veiligheid te verzekeren, doch het enkele feit dat een besluit de staatsveiligheid betreft, er niet toe kan leiden dat het Unierecht niet van toepassing is ; brengt voorts in herinnering dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van alle EU-burgers op het spel staat, alsmede de veiligheid en betrouwbaarheid van alle communicatienetwerken in de EU; is derhalve van mening dat discussie en ingrijpen op EU-niveau niet alleen legitiem is, maar ook een kwestie van autonomie en soevereiniteit van de EU;

16. weist die Auffassung, dass alle Fragen in Verbindung mit Programmen zur Massenüberwachung lediglich die nationale Sicherheit betreffen und daher ausschließlich der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten unterliegen, mit Nachdruck zurück; wiederholt, dass die Mitgliedstaaten sich in ihrem Handeln zum Schutz der nationalen Sicherheit uneingeschränkt an die Vorgaben des EU-Rechts und der EMRK zu halten haben; verweist auf ein kürzlich ergangenes Urteil des Gerichtshofs, wonach „es zwar Sache der Mitgliedstaaten [ist], die geeigneten Maßnahmen zur Gewährleistung ihrer inneren und äußeren Sicherheit zu ergreifen, [...] der Umstand, dass eine Entscheidung die Sicherheit des Staates betrifft, für sich allein genommen [jedoch] nicht zur Unanwendbarkeit des Rechts der Union führen [kann]“; erinnert ferner daran, dass es um den Schutz der Privatsphäre aller EU-Bürger geht und dass die Sicherheit und Zuverlässigkeit aller Kommunikationsnetze der EU in Gefahr sind; ist daher der Meinung, dass Diskussionen und Maßnahmen auf EU-Ebene nicht nur legitim, sondern auch notwendig für den Erhalt der Autonomie der EU sind;
16. staat zeer afwijzend tegenover de gedachte dat alle aangelegenheden met betrekking tot programma's voor grootschalige surveillance uitsluitend tot het domein van de nationale veiligheid behoren en daarom alleen tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren; roept de lidstaten op de EU-wetgeving en het EVRM volledig te eerbiedigen wanneer zij maatregelen treffen ter waarborging van de nationale veiligheid; herinnert aan een recente beslissing van het Hof van Justitie die bepaalt dat het weliswaar aan de lidstaten is om de passende maatregelen te treffen om de binnenlandse en buitenlandse veiligheid te verzekeren, doch het enkele feit dat een besluit de staatsveiligheid betreft, er niet toe kan leiden dat het Unierecht niet van toepassing is; brengt voorts in herinnering dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van alle EU-burgers op het spel staat, alsmede de veiligheid en betrouwbaarheid van alle communicatienetwerken in de EU; is derhalve van mening dat discussie en ingrijpen op EU-niveau niet alleen legitiem is, maar ook een kwestie van autonomie en soevereiniteit van de EU;

63. hebt hervor, dass zur Schaffung eines tatsächlichen digitalen Binnenmarktes in Europa weitere Bemühungen im Bereich der Verbesserung der Medienkompetenz der Bürger erforderlich sind, und fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, die Medienkompetenz aller EU-Bürger und insbesondere der Kinder und Jugendlichen durch Initiativen und koordinierte Maßnahmen zu fördern, um das kritische Verständnis der audiovisuellen Mediendienste zu verbessern, sowie öffentliche Debatten und Bürgerbeteiligung zu fördern und gleichzeitig auf die aktive Beteiligung aller Interessenträger, insbesondere der Medienindustrie, hinzuwirken;
63. benadrukt dat, met het oog op een werkelijk uniforme digitale markt, meer inspanningen geleverd moeten worden ter bevordering van de mediacompetentie van burgers, en verzoekt de Commissie en de lidstaten om mediacompetentie voor alle EU-burgers, in het bijzonder voor kinderen en jongeren te bevorderen door middel van initiatieven en gecoördineerde maatregelen het kritisch begrip van audiovisuele mediadiensten te verbeteren en het openbare debat en de participatie van burgers te stimuleren, en daarbij alle belanghebbenden, in het bijzonder de media-industrie, aan te moedigen tot actieve betrokkenheid;

Anfang 2011 besaßen fast drei Viertel (73 %) aller EU-Haushalte einen Internetzugang, und im Jahr 2010 betrieben über ein Drittel (36 %) aller EU-Bürger Online-Banking.
In 2011 hadden ongeveer drie op de vier Europese huishoudens (73%) thuis een internetaansluiting en in 2010 deed meer dan een derde van de EU‑burgers (36%) aan internetbankieren.

Aber es ist noch ein weiter Weg bis zum Erreichen der Ziele, die sich die EU gesetzt hat, nämlich bis 2013 eine Breitbandgrundversorgung aller EU-Bürger und bis 2020 die Versorgung aller EU-Bürger mit schnellen und ultraschnellen Breitbanddiensten zu garantieren (siehe IP/10/581, MEMO/10/199 und MEMO/10/200).
Er is echter nog een lange weg te gaan om de EU-doelstelling te bereiken om elke Europeaan tegen 2013 toegang te geven tot basisbreedband en tegen 2020 tot snelle en ultrasnelle breedband, zoals beschreven in de Digitale Agenda voor Europa (zie IP/10/581, MEMO/10/199 en MEMO/10/200).

Dritter Bestandteil des Pakets ist eine Mitteilung über Breitbandnetze, die Möglichkeiten aufzeigt, öffentliche und private Investitionen in Hoch- und Ultrahochgeschwindigkeitsnetze sinnvoll zu fördern. Mit diesen Maßnahmen sollen die in der Digitalen Agenda für Europa dargelegten Ziele erreicht werden, nämlich die Breitbandgrundversorgung aller EU-Bürger bis 2013 sowie die Versorgung aller EU-Bürger mit schnellen und ultraschnellen Breitbanddiensten bis 2020 (siehe IP/10/581, MEMO/10/199 und MEMO/10/200).
Deze maatregelen zijn erop gericht om de EU te helpen de verbintenissen in de Digitale Agenda voor Europa te realiseren zodat elke Europeaan tegen 2013 toegang kan krijgen tot basisbreedband en tegen 2020 snelle en ultrasnelle breedband (zie IP/10/581, MEMO/10/199 en MEMO/10/200).

Dies ist wichtig, um die Ziele der Digitalen Agenda für Europa zu erreichen, nämlich bis 2013 die Breitbandgrundversorgung aller EU-Bürger sowie bis 2020 die Versorgung aller EU-Bürger mit schnellen und ultraschnellen Breitbanddiensten (siehe IP/10/581, MEMO/10/199 und MEMO/10/200).
Deze investeringen zijn broodnodig om de doelstellingen te kunnen verwezenlijken van de digitale agenda voor Europa zodat elke Europeaan vóór 2013 toegang krijgt tot basisbreedband en vóór 2010 tot snel en ultrasnel breedband (zie IP/10/581, MEMO/10/199 en MEMO/10/200).

Die „Digitale Agenda“ gibt ehrgeizige Breitbandziele vor, nämlich die Breitbandgrundversorgung aller EU-Bürger bis 2013 und den Zugang aller EU-Bürger zu Breitbandnetzen mit einer Geschwindigkeit von mindestens 30 Megabit pro Sekunde bis 2020. Gleichzeitig soll mindestens die Hälfte der europäischen Haushalte über einen Breitbandzugang mit einer Geschwindigkeit von 100 Megabit pro Sekunde verfügen.
In de Digitale Agenda worden ambitieuze doelstellingen voor breedband vastgesteld. Zo is het de bedoeling dat iedereen in de EU in 2013 basisbreedband en in 2020 snelle breedband met een snelheid van 30 megabits per seconde kan hebben, terwijl ten minste de helft van de Europeanen op dat moment breedbandtoegang heeft van 100 megabits per seconde.