(2) Die Vertragsparteien arbeiten gegebenenfalls unmittelbar oder über weltweite, regionale und subregionale Organisationen zusammen und konsultieren ihre nationalen Interessengruppen, darunter Frauengruppen sowie mit der Gesundheit von Kindern befasste Gruppen, um die Erarbeitung, Verwirklichung und Aktualisierung ihrer Durchführungspläne zu erleichtern.
2. De partijen werken, waar nodig, rechtstreeks of via mondiale, regionale of subregionale organisaties samen en plegen overleg met hun nationale partners, met inbegrip van vrouwenorganisaties en groeperingen die betrokken zijn bij de gezondheid van kinderen, teneinde de ontwikkeling, implementatie en actualisering van hun uitvoeringsplannen te vergemakkelijken.
