Aus der angefochtenen Bestimmung geht hervor, dass die Güter des öffentlichen Eigentums und die Güter des privaten Eigentums des Staates, der Gemeinschaften, der Regionen, der Provinzen und der Gemeinden, die für einen « gemeinnützigen Dienst » benutzt werden, von der Aktivierungsabgabe befreit sind.
Uit de bestreden bepaling vloeit voort dat de goederen van het openbaar domein en de goederen van het privaat domein van de Staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten, die voor een « dienst van openbaar nut » worden aangewend, zijn vrijgesteld van de activeringsheffing.
