(2) Die Institutionen der Europäische Union müssen unbeschadet des Grundsatzes der Subsidiarität eine aktive Bürgerschaft vorantreiben, die auf Beteiligung, Verantwortung und Selbstbestimmung beruht und in der Lage ist, den staatlichen Stellen Impulse zu geben, die Demokratie zu vertiefen und die Zukunft Europas zu gestalten.
(2) De instellingen van de Europese Unie moeten, zonder aantasting van het subsidiariteitsbeginsel, een actief, participerend, verantwoordelijk en zelfbeschikkend burgerschap bevorderen dat in staat is de politieke autoriteiten van impulsen te voorzien, de democratie te verdiepen en de toekomst van Europa vorm te geven.