Hinsichtlich der Berechnung der Gesellschaftssteuer verleiht die fragliche Bestimmung Artikel 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 28. Juli 1992 Rückwirkung in Bezug auf Aktiengesellschaften, die einem ihrer Verwalter Zinsen im Sinne dieses Artikels zwischen dem 27. März und dem 28. Juli 1992 gezahlt oder gewährt haben im Laufe eines Besteuerungszeitraums, der vor dem 10. August 1992 abgeschlossen war.
Wat de berekening van de vennootschapsbelasting betreft, verleent de in het geding zijnde bepaling aan artikel 1, 1°, van de wet van 28 juli 1992 terugwerkende kracht voor de naamloze vennootschap die aan een van haar bestuurders een interest heeft betaald of toegekend die door dat artikel wordt beoogd, tussen 27 maart en 28 juli 1992, gedurende een belastbaar tijdperk dat vóór 10 augustus 1992 werd afgesloten.