Absatz 2 legt fest, welche Voraussetzungen erfüllt sein müssen, damit von einer Hilfeleistung ausgegangen wird: die Akteure oder nichtstaatlichen Akteure leiten geeignete Schritte ein, um die Verfolgung oder den ernsthaften Schaden zu verhindern, und der Antragsteller hat Zugang zu diesem Schutz.
In lid 2 zijn voorwaarden vastgesteld om te bepalen of bescherming wordt geboden, met name dat staten of niet-overheidsactoren redelijke maatregelen nemen tot voorkoming van vervolging of het lijden van ernstige schade en de verzoeker toegang heeft tot een dergelijke bescherming.