In seinem Erwiderungsschriftsatz fügt er hinzu, der föderale Gesetzgeber habe nicht grundsätzlich einem System schaden können, in dem die Beurteilung der Berufsbefähigung des Notars der Zuständigkeit der akademischen Behörden unterliege, die selbst der Zuständigkeit der Gemeinschaften unterlägen.
In zijn memorie van antwoord voegt hij daaraan toe dat de federale wetgever niet op fundamentele wijze afbreuk kon doen aan een systeem waarin de beoordeling van de beroepsbekwaamheid van de notaris onder de bevoegdheid valt van de academische overheden die zelf van de gemeenschappen afhangen.