14. fordert im Einklang mit dem Abkommen von Cotonou, dass Fragen guter Regierungspraxis, der Förderung der Menschenrechte und der Rechtsstaatlichkeit insbesondere in Simbabwe in allen Gesprächen der Europäischen Union mit afrikanischen Ländern und ihren regionalen Organisationen und nicht nur im Rahmen des Dialogs mit dem Südlichen Afrika angesprochen werden;
14. pleit ervoor om in overeenstemming met de overeenkomst van Cotonou vraagstukken inzake goed bestuur, de bevordering van de rechten van mens en de rechtsstaat, met het accent op Zimbabwe, bij alle EU-beraadslagingen in Afrikaanse landen en hun regionale organisaties aan de orde te stellen, en deze niet te beperken tot de dialoog met Zuidelijk Afrika;