Durch eine Administratorfunktion kann der nationale Administrator entscheiden, welche Nachrichten protokolliert werden, z. B. Anfragen von Endnutzern, aus anderen Mitgliedstaaten eingehende Anfragen, aus den nationalen Registern bereitgestellte Angaben usw.
Door middel van een administratorfunctie kan een nationale administrator bepalen welke berichten worden bewaard: verzoeken van eindgebruikers, inkomende verzoeken van andere lidstaten, informatie uit de nationale registers, enz.
