38. nimmt mit Bedauern zur Kenntnis, dass Dienststellen der Mitgliedstaaten ihre Erkenntnisse über gefälschte Zigaretten und Schmuggelaktivitäten sowie über Schmuggeldrehkreuze (z.B. Südostasien) nicht an OLAF weitergeben; fordert die Mitgliedstaaten auf, auf der Grundlage von Artikel 280 des Vertrags zu prüfen, wie solche Erkenntnis
se OLAF im Wege der administrativen Zusammenarbeit zugänglich gemacht werden können; bittet den Rechnungshof um eine baldige Stellungnahme zum Vorschlag für eine Verbesserung der administrativen Zusammenarbeit zwischen OLAF und den Mitgliedstaaten; bittet, dabei auch zu prüfen, ob es hilfreich sein könnte,
...[+++] zur Beobachtung von Schmuggeldrehkreuzen eigene OLAF-Antennen einzurichten; 38. neemt met spijt nota van het feit dat de instanties van de lidstaten hun kennis over vervalste sigaretten en smokkelactiviteiten via smokkeldraaischijven (bijvoorbeeld Zuidoost-Azië) niet aan OLAF doorgeven; verzoekt de lidstaten om op basis van artikel 280 van het Verdrag na te gaan hoe aan OLAF toegang tot deze kennis kan worden versch
aft door middel van administratieve samenwerking; verzoekt de Rekenkamer om spoedig advies uit te brengen over het voorstel voor een verbetering van de administratieve samenwerking tussen OLAF en de lidstaten; verzoekt in dit verband ook na te gaan of het nut kan hebben om ter observatie van smokke
...[+++]ldraaischijven dependances van OLAF op te zetten;