Böden der Klasse VI weisen schwere Beschränkungen auf, die sie für den Ackerbau ungeeignet machen und ihre Verwendung hauptsächlich auf die Nutzung als Weideland, Waldland oder Nahrungs- und Schutzgebiet für wild lebende Tiere begrenzen.
klasse-VI-bodems hebben ernstige beperkingen waardoor ze in het algemeen ongeschikt zijn voor teelt en die het gebruik ervan beperken tot hoofdzakelijk weiland, jachtgebied, bosland of voor voeding en bescherming van in het wild levende dieren,