Vertaling van "acht lassen fordert " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

außer Acht lassen
voorbijgaan

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

36. ist entsetzt über die hohen Datenroamingkosten, die Bediensteten erstattet werden, die, wenn sie sich in Straßburg oder an einem anderen Ort außerhalb von Brüssel aufhalten, die dabei anfallenden schwindelerregenden Gebühren außer Acht lassen; fordert die IT-Verwaltung auf, ein Kontrollinstrument zu entwickeln, das extrem hohe Kosten dadurch verhindert, dass ein starker Kostenanstieg frühzeitig entdeckt wird;
36. is ontsteld over de enorm hoge dataroamingkosten van personeelsleden die geen rekening houden met de buitensporige kosten als zij in Straatsburg of elders buiten Brussel zijn; dringt er bij het IT-beheer op aan een controle-instrument te ontwikkelen ter voorkoming van extreem hoge kosten waarmee aanzienlijke stijgingen in een vroeg stadium worden vastgesteld;

33. ist entsetzt über die hohen Datenroamingkosten, die Bediensteten erstattet werden, die, wenn sie sich in Straßburg oder an einem anderen Ort außerhalb von Brüssel aufhalten, die dabei anfallenden schwindelerregenden Gebühren außer Acht lassen; fordert die IT-Verwaltung auf, ein Kontrollinstrument zu entwickeln, das extrem hohe Kosten dadurch verhindert, dass ein starker Kostenanstieg frühzeitig entdeckt wird;
33. is ontsteld over de enorm hoge dataroamingkosten van personeelsleden die geen rekening houden met de buitensporige kosten als zij in Straatsburg of elders buiten Brussel zijn; dringt er bij het IT-beheer op aan een controle-instrument te ontwikkelen ter voorkoming van extreem hoge kosten waarmee aanzienlijke stijgingen in een vroeg stadium worden vastgesteld;

47. nimmt den Beschluss des Rates vom 17. Juni 2010 zur Kenntnis, wonach es den Mitgliedstaaten in Zusammenarbeit mit den Regionen überlassen bleibt, ihre nationalen Ziele zur Reduzierung der Zahl der von Armut und Ausgrenzung bedrohten Personen auf der Grundlage eines oder mehrerer der drei vom Rat definierten Indikatoren festzulegen; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten, die lediglich den Indikator „arbeitsloser Haushalt“ zugrunde legen, möglicherweise systematisch Probleme wie Armut trotz Erwerbstätigkeit, Energiearmut, Armut von Alleinerziehenden, Kinderarmut und soziale Ausgrenzung außer Acht lassen; fordert die Mitgliedstaaten dringend auf, ihr Recht auf freie Wahl des Indikators nicht zu missbrauchen, um weniger ehrgeizige Ziele bezüglich der Bekämpfung der Armut zu verwirklichen; macht auf die schwierige Lage von Millionen von europäischen Rentnern aufmerksam, deren Rente nicht ausreicht, um die täglich anfallenden Kosten, spezifische altersbedingte Ausgaben und vor allem die hohen Ausgaben für Arzneimittel und medizinische Versorgung zu bestreiten; hebt die Tatsache hervor, dass die Schul- und Hochschulbildung für die schutzbedürftigsten Gruppen ein vorrangiges Ziel darstellen und jeder Mitgliedstaat in diesem Zusammenhang Zielvorgaben festlegen muss;
47. neemt nota van het besluit van de Raad van 17 juni 2010 om het aan de lidstaten over te laten in samenwerking met de regio's hun nationale streefdoelen voor vermindering van het aantal risicopersonen voor armoede en sociaal isolement vast te stellen, aan de hand van één of meer van de drie indicatoren die door de Raad afgesproken zijn; meent dat lidstaten die zich alleen van de indicator „werkloos gezin” bedienen, misschien systematisch problemen als armoede in het werkend deel van de bevolking, brandstofgebrek, armoede van alleenstaande ouders, kinderarmoede en sociaal isolement over het hoofd zullen zien; dringt er bij de lidstaten op aan de vrijheid om zelf indicatoren te kiezen niet te misbruiken om minder verreikende doelen voor armoedebestrijding na te streven; vestigt de aandacht op de problemen van de miljoenen Europese gepensioneerden waarvan het pensioen te laag is om de eindjes aan elkaar te knopen en de bijzondere behoeften te dekken die met de leeftijd gepaard gaan, vooral door de hoge kosten van geneesmiddelen en medische behandeling; beklemtoont dat onderwijs voor de kwetsbaarste groepen op school en aan de universiteit een prioriteit moet zijn waarvoor elke lidstaat streefdoelen moet vaststellen;

21. nimmt den Beschluss des Rates vom 17. Juni 2010 zur Kenntnis, wonach es den Mitgliedstaaten überlassen bleibt, in Zusammenarbeit mit den Regionen ihre nationalen Ziele zur Reduzierung der Zahl der von Armut und Ausgrenzung bedrohten Personen auf der Grundlage eines oder mehrerer der drei vom Rat definierten Indikatoren festzulegen; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten, die lediglich den Indikator „arbeitsloser Haushalt“ zugrunde legen, möglicherweise systematisch Probleme wie Armut trotz Erwerbstätigkeit, Energiearmut, Armut von Alleinerziehenden, Kinderarmut und soziale Ausgrenzung außer Acht lassen; fordert die Mitgliedstaaten dringend auf, ihr Recht auf freie Wahl des Indikators nicht zu missbrauchen, um weniger ehrgeizige Ziele bezüglich der Bekämpfung der Armut zu verwirklichen; macht auf die schwierige Lage von Millionen von europäischen Rentnern aufmerksam, deren Rente nicht ausreicht, um die täglich anfallenden Kosten, spezifische altersbedingte Ausgaben und vor allem die hohen Ausgaben für Arzneimittel und medizinische Versorgung zu bestreiten; hebt die Tatsache hervor, dass die Schul- und Hochschulbildung für die schutzbedürftigsten Gruppen ein vorrangiges Ziel darstellen und jeder Mitgliedstaat in diesem Zusammenhang Zielvorgaben festlegen muss;
21. neemt akte van het besluit van 17 juni ll. van de Raad om het aan de lidstaten over te laten om in samenwerking met de regio's hun nationale streefdoelen voor vermindering van het aantal risicopersonen uit het oogpunt van armoede en sociaal isolement vast te stellen, aan de hand van één of meer van de 3 indicatoren die door de Raad afgesproken zijn; meent dat lidstaten die zich alleen van de indicator "werkloos gezin" bedienen, misschien systematisch problemen als armoede in het werkend deel van de bevolking, brandstofgebrek, armoede van alleenstaande ouders, kinderarmoede en sociaal isolement over het hoofd zullen zien; dringt er bij de lidstaten op aan om de vrijheid om zelf indicatoren te kiezen niet te misbruiken om minder ver reikende streefdoelen voor armoedebestrijding na te streven; vestigt de aandacht op de problemen van de miljoenen Europese gepensioneerden waarvan het pensioen te laag is om de eindjes aan elkaar te knopen en de bijzondere behoeften te dekken die met de leeftijd gepaard gaan, vooral door de hoge kosten van geneesmiddelen en medische behandeling; beklemtoont dat onderwijs voor de kwetsbaarste groepen op school en aan de universiteit een prioriteit moet zijn waarvoor elke lidstaat streefdoelen moet vaststellen;

50. nimmt den Beschluss des Rates vom 17. Juni 2010 zur Kenntnis, wonach es den Mitgliedstaaten in Zusammenarbeit mit den Regionen überlassen bleibt, ihre nationalen Ziele zur Reduzierung der Zahl der von Armut und Ausgrenzung bedrohten Personen auf der Grundlage eines oder mehrerer der drei vom Rat definierten Indikatoren festzulegen; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten, die lediglich den Indikator „arbeitsloser Haushalt“ zugrunde legen, möglicherweise systematisch Probleme wie Armut trotz Erwerbstätigkeit, Energiearmut, Armut von Alleinerziehenden, Kinderarmut und soziale Ausgrenzung außer Acht lassen; fordert die Mitgliedstaaten dringend auf, ihr Recht auf freie Wahl des Indikators nicht zu missbrauchen, um weniger ehrgeizige Ziele bezüglich der Bekämpfung der Armut zu verwirklichen; macht auf die schwierige Lage von Millionen von europäischen Rentnern aufmerksam, deren Rente nicht ausreicht, um die täglich anfallenden Kosten, spezifische altersbedingte Ausgaben und vor allem die hohen Ausgaben für Arzneimittel und medizinische Versorgung zu bestreiten; hebt die Tatsache hervor, dass die Schul- und Hochschulbildung für die schutzbedürftigsten Gruppen ein vorrangiges Ziel darstellen und jeder Mitgliedstaat in diesem Zusammenhang Zielvorgaben festlegen muss;
50. neemt nota van het besluit van de Raad van 17 juni 2010 om het aan de lidstaten over te laten in samenwerking met de regio's hun nationale streefdoelen voor vermindering van het aantal risicopersonen voor armoede en sociaal isolement vast te stellen, aan de hand van één of meer van de drie indicatoren die door de Raad afgesproken zijn; meent dat lidstaten die zich alleen van de indicator "werkloos gezin" bedienen, misschien systematisch problemen als armoede in het werkend deel van de bevolking, brandstofgebrek, armoede van alleenstaande ouders, kinderarmoede en sociaal isolement over het hoofd zullen zien; dringt er bij de lidstaten op aan de vrijheid om zelf indicatoren te kiezen niet te misbruiken om minder verreikende doelen voor armoedebestrijding na te streven; vestigt de aandacht op de problemen van de miljoenen Europese gepensioneerden waarvan het pensioen te laag is om de eindjes aan elkaar te knopen en de bijzondere behoeften te dekken die met de leeftijd gepaard gaan, vooral door de hoge kosten van geneesmiddelen en medische behandeling; beklemtoont dat onderwijs voor de kwetsbaarste groepen op school en aan de universiteit een prioriteit moet zijn waarvoor elke lidstaat streefdoelen moet vaststellen;

fordert einen umfassenden Policy-Mix von sich einander verstärkenden Maßnahmen für eine nachhaltige Verkehrspolitik, die die Weiterentwicklung der Fahrzeugtechnologie (Ökoinnovationen), den verstärkten Einsatz alternativer Energieträger im Verkehr, den Aufbau eines Vertriebsnetzes für saubere Kraftstoffe, den verstärkten Einsatz alternativer Antriebsformen, ein intelligentes Verkehrsmanagement, Veränderungen in der Fahrweise und Pkw-Nutzung, eine optimierte Logistik, „grüne Korridore“ sowie IKT für den Verkehr, eine CO2-Besteuerung und die Modernisierung des öffentlichen Nahverkehrs umfassen, um die angestrebte emissionsfreie Zukunft zu erreichen, ohne die wachsende Bedeutung von Mobilität außer Acht zu lassen; weist darauf hin, dass diese Schritte durch klare Präferenzen im öffentlichen Beschaffungswesen gefördert werden könnten;
pleit voor een alomvattende policy-mix van maatregelen die elkaar versterken en de basis zijn voor een duurzaam vervoersbeleid, met een verdere ontwikkeling van de autotechnologie (ecologische innovaties), een sterker gebruik van alternatieve energiebronnen in het vervoer, het opzetten van distributienetwerken voor schone brandstoffen, een sterker gebruik van alternatieve aandrijvingen, intelligent verkeersmanagement, een andere rijstijl, een ander gebruik van personenwagens, een verbeterde logistiek, de toepassing van „groene corridors” en ICT voor vervoer, een CO2-heffing en de modernisering van het openbaar vervoer om het doel van nulemissies te bereiken zonder de groeiende mobiliteitsbehoefte als een aspect van onze huidige levenswijze te negeren; wijst erop dat dit alles kan worden versterkt door duidelijke preferenties bij overheidsopdrachten;