1. Entscheidet eine Abwicklungsbehörde, dass ein Institut, das Tochterunternehmen einer Gruppe ist, gemäß Artikel 27 Absatz 1 ausfällt oder wahrscheinlich ausfällt, oder erhält eine Abwicklungsbehörde gemäß Artikel 74 Absatz 3 von einem solchen Umstand Kenntnis, übermittelt sie unverzüglich folgende Informationen an die für die Gruppenabwicklung zuständige Behörde und die konsolidierende Aufsichtsbehörde, sofern es sich nicht um dieselbe Behörde handelt, sowie an die Abwicklungsbehörden, die dem für die betreffende Gruppe zuständigen Abwicklungskollegium als Mitglieder angehören:
1. Indien een afwikkelingsautoriteit besluit, of er overeenkomstig artikel 74, lid 3, in kennis van is gesteld dat een instelling een tot een groep behorende dochteronderneming is die overeenkomstig artikel 27, lid 1, faalt of waarschijnlijk gaat falen, stelt de autoriteit de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau en de consoliderende toezichthouder (indien deze verschillen) en de afwikkelingsautoriteiten die lid zijn van het afwikkelingscollege voor de groep in kwestie onverwijld in kennis van het volgende: