(m) die Befugnis, die Fälligkeit der von einem in Abwicklung befindlichen Institut ausgegebenen Schuldtitel oder den aufgrund der entsprechenden Schuldtitel zahlbaren Zinsbetrag zu ändern, u. a. durch eine befristete Aussetzung der Zahlungen, außer im Fall von besicherten Verbindlichkeiten;
(m) de bevoegdheid om de looptijd van door een instelling in afwikkeling uitgegeven schuldinstrumenten te wijzigen of het bedrag van de in het kader van dergelijke instrumenten verschuldigde rente te wijzigen, met inbegrip van een tijdelijke opschorting van betaling, behalve voor door zekerheid gedekte verplichtingen;