(20) Die Mitgliedstaaten sollten sich unter Beachtung der im Rahmen europäischer und internationaler Rechtsvorschriften bestehenden Rechte und Pflichten dieser Mitgliedstaaten und Drittländer mit den Behörden des jeweiligen Mitgliedstaats oder Drittlands in der betreffenden Meeresregion bzw. -unterregion oder dem betreffenden Küstengebiet abstimmen und – soweit möglich – ihre Pläne und Strategien koordinieren.
(20) De lidstaten dienen zoveel mogelijk overleg te plegen en hun plannen en strategieën te coördineren met de bevoegde instanties van lidstaten of derde landen in de betrokken mariene regio of subregio of het betrokken kustgebied, conform de rechten en plichten van die lidstaten en derde landen krachtens het Europees en internationaal recht.