Die in den Anlagen I und II angegebenen Pflanzen dürfen nur dann in botanischen Gärten und Arboreten erhalten oder absichtlich angepflanzt werden, wenn sie sorgfältig überwacht werden und wenn der Verwalter angemessene Massnahmen einsetzt, um jegliche Regeneration und Verbreitung dieser Pflanzen zu verhindern.
De planten vermeld in de bijlagen I en II mogen bewaard of opzettelijk geplant worden in plantentuinen en arboretums voor zover ze het voorwerp zijn van een zorgvuldig toezicht en geschikte maatregelen door de beheerder genomen worden om elke regeneratie en verspreiding ervan te voorkomen.