19. erwartet von den Mitgliedstaaten, dass sie nationale Aktionspläne für Biomasse entwickeln, sie in absehbarer Zeit auch mit ihrer Struktur- und Agrarpolitik verknüpfen und diese nationalen Aktionspläne zu festgelegten Zeitpunkten aktualisieren; erwartet ferner von ihnen, dass sie alles Erdenkliche unternehmen, um die Ziele der Richtlinie 2003/30/EG zu erreichen;
19. verwacht van de lidstaten dat zij nationale actieplannen inzake biomassa ontwikkelen, deze op termijn ook koppelen aan de eigen structuur- en landbouwbeleidsmaatregelen en deze nationale actieplannen op vastgestelde tijdstippen actualiseren; dat zij al het mogelijke doen voor het verwezenlijken van de doelstellingen van Richtlijn 2003/30/EG;