33. erhöht entsprechend seiner obengenannten Entschließung vom 23. März 1999 die Zahlungsermächtigungen für den Abschluß der Programme betreffend den auslaufenden Programmplanungszeitraum (1993-1999), um möglichst früh die Überlastung der Haushaltspläne der kommenden Jahre zu verringern und mindestens 50% der noch fortbestehenden Verpflichtungen zu erreichen;
33. besluit, in de lijn van zijn voornoemde resolutie van 23 maart 1999, de betalingskredieten voor de voltooiing van de programma's van de aflopende programmeringsperiode (1993-1999) te verhogen, teneinde in een zo vroeg mogelijk stadium een overbelasting van de begrotingen van de komende jaren te verminderen en ervoor te zorgen dat ten minste 50% van de nog betaalbaar te stellen bedragen in de begroting wordt opgenomen;