Vertaling van "abschliessen zusammenarbeiten " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

mit Requisitenherstellern/Requisitenherstellerinnen zusammenarbeiten | mit Requisiteuren/Requisiteurinnen zusammenarbeiten
samenwerken met rekwisietenmakers | werken met rekwisietenmakers

zusammenarbeiten
meewerken

mit Fachkräften zusammenarbeiten
samenwerken met deskundigen

mit am Flugfeldmanagement beteiligten maßgeblichen Stellen zusammenarbeiten
contacten leggen met de bevoegde agentschappen die betrokken zijn bij het beheer van het vliegveld | contacten onderhouden met de bevoegde agentschappen die betrokken zijn bij het beheer van het vliegveld

Zusammenarbeiten von Luftschnittstellen
interactie via de ether-interface

Zusammenarbeiten | Zusammenarbeitsfähigkeit | Zusammenwirken
interworking | wisselwerking

Zeugenschutz [ Schutz der Personen, die mit der Justiz zusammenarbeiten | Zeugenschutzmaßnahmen | Zeugenschutzprogramm ]
getuigenbescherming [ bescherming van getuigen | bescherming van informanten ]

allgemeine Regelung zur Anerkennung der Hochschuldiplome, die eine mindestens dreijährige Berufsausbildung abschliessen
algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

5° mit den in diesem Bereich zuständigen Behörden Abkommen abschliessen und zusammenarbeiten und sich an den Initiativen der Region in Sachen Ausbildung beteiligen;
5° de afsluiting van overeenkomsten en de samenwerking met bevoegde instellingen terzake en de deelneming aan de initiatieven van het Gewest inzake vorming;