(5) Einzelstaatliche Genehmigungen, die vor dem in Absatz 2 angegebenen maßgeblichen Datum erteilt wurden, behalten ihre Gültigkeit auf dem Hoheitsgebiet des Mitgliedstaats, der die Genehmigung erteilt hat, bis zu ihrem Auslaufen oder bis zehn Jahre nach dem Inkrafttreten dieser Richtlinie, je nachdem, welcher Zeitpunkt früher liegt.
5. Nationale vergunningen die vóór de in lid 2 aangegeven desbetreffende datum zijn verleend, blijven tot hun vervaldatum of tot tien jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn (de kortste periode is van toepassing) geldig op het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft verleend.
