(8) Für Kraftomnibusse, die vor dem Beginn der Anwendung dieser Richtlinie zugelassen oder in Betrieb genommen wurden und deren Abmessungen aufgrund abweichender einzelstaatlicher Vorschriften oder Messverfahren nicht den Anforderungen dieser Richtlinie genügen, sollte während eines Übergangszeitraums weiterhin die Genehmigung für die Beförderung innerhalb des Mitgliedstaats erteilt werden, in dem sie zugelassen oder in Betrieb genommen worden sind.
(8) Aan bussen die vóór de datum waarop deze richtlijn van toepassing wordt, zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht en die als gevolg van eerdere afwijkende nationale bepalingen of meetmethoden niet aan de in deze richtlijn vastgestelde afmetingskenmerken voldoen, moet worden toegestaan gedurende een overgangsperiode in de lidstaat waarin de voertuigen zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht, vervoer te blijven verzorgen.
