Wenn die gemäss Artikel 48 bis 60 geschuldete Steuer in Anwendung des vorigen Absatzes fällig wird, müssen die Fortsetzer beim Büro, das die ermässigte Steuer eingetrieben hat, innerhalb der in Artikel 40 erwähnten Frist ab dem Ablauf des Jahres, während dessen einer der Gründe für die Auferlegung dieser Steuer eingetreten ist, eine neue Erklärung im Sinne von Artikel 37 hinterlegen.
Indien het overeenkomstig de artikelen 48 tot en met 60 verschuldigde recht eisbaar wordt overeenkomstig vorig lid, moeten de opvolgers bij het kantoor waar het verschuldigde recht geheven is, een nieuwe aangifte in de zin van artikel 37 indienen binnen de termijn van artikel 40 te rekenen van het verstrijken van het jaar waarin één van de oorzaken van de verschuldigdheid van dat recht opgetreden is.