Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "abgeänderten fassung verstösst gegen " (Duits → Nederlands) :

Er wurde eingeführt, um dem Entscheid Nr. 44/2011 vom 30. März 2011 Folge zu leisten (ebenda, S. 44), in dem der Gerichtshof geurteilt hatte: « Artikel 33 Nr. 7 Buchstabe b) der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 25. März 1999 über die Ermittlung, Feststellung, Verfolgung und Ahndung von Umweltstraftaten in der durch Artikel 10 der Ordonnanz vom 28. Juni 2001 abgeänderten Fassung verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er es nicht erlaubt, mildernde Umstände zu berücksichtigen, die es ermöglichen würden, eine Geldbuße unterhalb des darin festgelegten Mindestbetra ...[+++]

Het is ingevoerd om te beantwoorden aan het arrest nr. 44/2011 van 30 maart 2011 (ibid., p. 34), waarin het Hof had geoordeeld : « Artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de ordonnantie van 28 juni 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet toelaat rekening te houden met verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen die lager is dan het daarin vastgelegde minimumbedrag van de ge ...[+++]


Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Artikel 42 § 2 Nr. 2 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996 in der durch das Dekret vom 8. Juli 1997 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung der Anpassung des Haushalts 1997 abgeänderten Fassung verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er nur bedingt eine Abgabenbefreiung für Inhaber dinglicher Rechte im Sinne von Artikel 27 desselben Dekrets an einem leer stehenden und/oder verwahrlosten, kraft des Dekrets vom 3. März 1976 über den Denkmal- ...[+++]

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 42, § 2, 2°, van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1997 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1997, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het slechts op voorwaardelijke wijze een vrijstelling van heffing mogelijk maakt voor de houders van zakelijke rechten, bedoeld in artikel 27 van hetzelfde decreet, op een leegstaand en/of verwaarloosd gebouw of woning die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en ...[+++]


Artikel 54 des Gesetzes vom 13. Mai 1999 zur Festlegung des Disziplinarstatuts der Personalmitglieder der Polizeidienste in der durch Artikel 32 des Gesetzes vom 31. Mai 2001 abgeänderten Fassung verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Personalmitglieder, für die der Disziplinarrat eine schwerere Disziplinarstrafe vorschlägt als der ursprüngliche Strafvorschlag der übergeordneten Disziplinarbehörde, nicht die Möglichkeit haben, bei dieser Disziplinarbehörde einen Verteidigungsschriftsatz gegen die vorgeschlagene Strafverschärfung einzureichen, wenn diese übergeordnete Disziplinarbehörde sich diesem Vorschlag an ...[+++]

Artikel 54 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, zoals gewijzigd bij artikel 32 van de wet van 31 mei 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de personeelsleden ten aanzien van wie de tuchtraad een zwaardere tuchtstraf voorstelt dan het oorspronkelijke strafvoorstel van de hogere tuchtoverheid, niet de mogelijkheid hebben om bij die tuchtoverheid een schriftelijk verweer in te dienen tegen de voorgestelde strafverzwaring wanneer die hogere tuchtoverheid zich bij dat voorstel aansluit.


« Artikel 33 Nr. 7 Buchstabe b) der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 25. März 1999 über die Ermittlung, Feststellung, Verfolgung und Ahndung von Umweltstraftaten in der durch Artikel 10 der Ordonnanz vom 28. Juni 2001 abgeänderten Fassung verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er es nicht erlaubt, mildernde Umstände zu berücksichtigen, die es ermöglichen würden, eine Geldbusse unterhalb des darin festgelegten Mindestbetrags aufzuerlegen ».

« Artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de ordonnantie van 28 juni 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet toelaat rekening te houden met verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen die lager is dan het daarin vastgelegde minimumbedrag van de geldboete ».


- Artikel 91 des Gesetzes vom 30. Dezember 1992 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen in der durch Artikel 279 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 abgeänderten Fassung verstösst gegen Artikel 170 der Verfassung, jedoch nur insofern, als er das Wort « insbesondere » enthält.

- Artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals gewijzigd bij artikel 279 van de programmawet van 22 december 2003, schendt artikel 170 van de Grondwet, doch enkel in zoverre het het woord « inzonderheid » bevat.


Artikel 33 Nr. 7 Buchstabe b) der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 25. März 1999 über die Ermittlung, Feststellung, Verfolgung und Ahndung von Umweltstraftaten in der durch Artikel 10 der Ordonnanz vom 28. Juni 2001 abgeänderten Fassung verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er es nicht erlaubt, mildernde Umstände zu berücksichtigen, die es ermöglichen würden, eine Geldbusse unterhalb des darin festgelegten Mindestbetrags aufzuerlegen.

Artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de ordonnantie van 28 juni 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet toelaat rekening te houden met verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen die lager is dan het daarin vastgelegde minimumbedrag van de geldboete.


Ausgehend von dieser Sichtweise möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 577 des Gerichtsgesetzbuches in der durch Artikel 5 des Gesetzes vom 26. März 2014 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, « indem Berufungen gegen Urteile zwischen Unternehmen, das heißt zwischen allen Personen, die auf dauerhafte Weise einen wirtschaftlichen Zweck verfolgen, die eine im Rahmen der Verwirklichung dieses Zwecks getätigte Handlung betreffen und d ...[+++]

Uitgaande van die zienswijze wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophande ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 20. April 2015 in Sachen R.L. und anderer gegen die Flämische Gemeinschaft, dessen Ausfertigung am 13. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das niederländischsprachige Gericht erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel I ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 20 april 2015 in zake R.L. en anderen tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 mei 2015, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel IX. 2 § 2 van het decreet van [13] juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII ...[+++]


Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 1. Oktober 2015 in Sachen Joost Berckx gegen Veerle Van Raemdonck, dessen Ausfertigung am 12. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1211 § 2 Absa ...[+++]

Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 1 oktober 2015 in zake Joost Berckx tegen Veerle Van Raemdonck, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 oktober 2015, heeft Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1211, § 2, zesde lid Ger.W (zoals gewijzigd door artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vere ...[+++]


Artikel 19 § 5 Absatz 6 des Gesetzes vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit in der durch das Gesetz vom 2. September 2005 « zur Vereinfachung des Gesetzes vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit » abgeänderten Fassung verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er es den Personen, die das in dieser Bestimmung erwähnte Rechtsmittel einlegen, nicht ermöglicht, eine Herabsetzung der administrativen Geldbusse unterhalb des gesetzlichen Mindestbetrags zu geniessen.

Artikel 19, § 5, zesde lid, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gewijzigd bij de wet van 2 september 2005 « houdende vereenvoudiging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de personen die het in die bepaling bedoelde beroep instellen, niet de mogelijkheid biedt een vermindering van de administratieve geldboete tot onder het wettelijk minimum te ...[+++]


w