(1) Reinheitskriterien, die durch das Gemeinschaftsrecht für im Anhang aufgeführte Stoffe im Hinblick auf deren Verwendung bei der Herstellung von Lebensmitteln zu anderen als den durch diese Richtlinie abgedeckten Zwecken festgelegt wurden, sind einzuhalten.
1. De zuiverheidscriteria voor de in de bijlage opgenomen stoffen die in de communautaire wetgeving zijn vastgesteld met het oog op toepassing bij de vervaardiging van levensmiddelen voor andere dan de onder deze richtlijn vallende doeleinden, zijn van toepassing.