c)jede in Artikel 61 Absatz 1 genannte Person oder ihre Vertreter oder Beschäftigten vorzuladen und zur Abgabe mündlicher oder schriftlicher Erklärungen zu Sachverhalten oder Unterlagen aufzufordern, die mit Gegenstand und Zweck der Nachprüfung in Zusammenhang stehen, und die Antworten aufzuzeichnen.
c)alle in artikel 61, lid 1, bedoelde personen of hun vertegenwoordigers of personeelsleden op te roepen en te verzoeken om mondelinge of schriftelijke toelichting bij feiten of documenten met betrekking tot het onderwerp en het doel van de inspectie, en de antwoorden op te tekenen.