15. weist auf die Änderung der Bestimmung des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) in Bezug auf Energieeffizienz im Jahr 2009 hin, die Unterstützung von maximal 4 % für Wohnraum in allen Teilen der EU ermöglicht hat;
stellt fest, dass diese politische Maßnahme infolge der späten Änderung der Bestimmungen, insbesonde
re die Änderung der operationellen Programme während des Programmplanungszeitraum
...[+++]s, in vielen Mitgliedstaaten nicht zu einer maßgeblichen Erhöhung der für diesen Zweck bestimmten Mittel geführt hat; weist darauf hin, dass diese Änderung nicht mit zusätzlichen EU-Finanzierungsmöglichkeiten im Einklang stand und einige Mitgliedstaaten diese Option kategorisch ablehnten, wohingegen in anderen ein wesentlicher Zusammenhang zwischen der geringen Mittelabsorption und schwachen Verwaltungsfunktionen festgestellt wurde; verweist auf die Bedeutung einer klaren Rechtslage in Bezug auf die Maßnahmen für Energieeffizienz vor Beginn und während des neuen Programmplanungszeitraums 2014–2020; 15. herinnert aan de wijziging
van de verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in 2009 met betrekking tot energie-efficiëntie, waar
door huisvesting in aanmerking kwam voor steun in alle delen van de EU, met een bovengrens van 4%; merkt op dat door een late herziening van de voorschriften, namelijk e
en wijziging van de operationele programma ...[+++]’s tijdens de pro
grammeringsperiode, deze beleidsactie in vele lidstaten niet heeft geleid tot een substantiële toename van de middelen die naar deze doelstelling zijn verlegd; merkt op dat, omdat deze wijziging niet gepaard ging met extra EU-middelen, sommige lidstaten de mogelijkheid in kwestie hebben verwo
rpen, terwijl er in andere lidstaten een significant verband is vastgesteld tussen een lage opneming van middelen en zwakke administratieve functies; wijst erop dat wettelijke duidelijkheid met betrekking tot de energie-efficiëntiemaatregelen vóór en tijdens de programmeringsperiode 2014-2020 belangrijk is;