Vertaling van "Zuendung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Zuendung vom Bohrlochmund | Zuendung von vorn
boorgatmondontsteking

Zuendung durch Molekuel-Ionen
ontsteking door molecuulionen

Initiierung vom Bohrlochtiefsten | Zuendung aus dem Bohrlochtiefsten | Zuendung von hinten
boorgatbodemontsteking

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

13. NOx-Emissionen aus ortsfesten Verbrennungsmotoren mit elektrischer Zuendung lassen sich entweder durch feuerungstechnische Maßnahmen (z. B. durch magere Verbrennung und Abgasrückführung) oder durch Rauchgasreinigung (geregelter Drei-Wege-Katalysator, SCR) verringern.
13. NOx-emissies van stationaire IV-motoren met elektrische ontsteking kunnen worden beperkt door hetzij veranderingen in het verbrandingsproces (bij voorbeeld arm-mengselverbranding en recirculatie van uitlaatgassen) of door rookgasbehandeling (geregelde driewegkatalysator, SCR).

i) Sicherheit gegen unzeitige oder unbeabsichtigte Zuendung oder Anzuendung.
i) de veiligheid bij ontijdige of onopzettelijke ontploffing of inleiding;

4.2.2. Innerhalb der explosionsgefährdeten Bereiche sind alle erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um die Zuendung explosionsfähiger Atmosphäre zu verhindern.
4.2.2. In zones waar een explosierisico bestaat, moeten alle nodige maatregelen worden genomen om ontbranding van een explosieve atmosfeer te voorkomen.

6.3.2. Innerhalb der explosionsgefährdeten Bereiche sind alle erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um die Zuendung explosionsfähiger Atmosphäre zu verhindern.
6.3.2. In zones waar een explosierisico bestaat, moeten alle nodige maatregelen worden genomen om ontbranding van een explosieve atmosfeer te voorkomen.

3.2. Mit einer solchen Fernbedienungsanlage nach Nummer 3.1 ausgestattet sein müssen zumindest Belüftungssysteme und Systeme für die Notabschaltung von Geräten, die eine Zuendung auslösen können, Systeme zum Verhindern eines Auslaufens brennbarer Flüssigkeiten und Gase sowie Systeme für Brandschutz und Bohrlochkontrolle.
3.2. De onder punt 3.1 bedoelde apparatuur met afstandsbediening moet ten minste systemen omvatten voor ventilatie, het in noodgevallen afsluiten van apparatuur die een ontbranding zou kunnen veroorzaken, het voorkomen van het ontsnappen van ontvlambare vloeistoffen en gassen, brandbeveiliging en putbewaking.