39. ist besorgt darüber, dass bei den Einziehungsanordnungen, die infolge von (als betrügerisch wie auch als nichtbetrügerisch gemeldeten) Unregelmäßigkeiten zwischen 2009 und 2013 im Rahmen der zentralen Mittelverwaltung erteilt wurden, di
e durchschnittliche Zeitspanne zwischen dem Auftreten einer Unregelmäßigkeit und der Aufdeckung dieser Unregelmäßigkeit 3,4 Jahre beträgt; stellt fest, dass mehr als die Hälfte der Fälle (54 %) innerhalb von vier Jahren ab dem Jahr, in dem die Unregelmäßigkeit begangen wurde, aufgedeckt wurde, und dass die Zeitspanne bei der anderen Hälfte (46 %) zwischen vier und 13 Jahren betrug; erinnert daran, da
...[+++]ss weitere Verfahren (Einziehungsanordnungen, Ermittlungen des OLAF usw.) ausgelöst werden, nachdem eine Unregelmäßigkeit aufgedeckt wurde; fordert, dass die Kommission die durchschnittliche, die geringste und die höchste Lebensdauer einer im Rahmen der zentralen Mittelverwaltung aufgedeckten Unregelmäßigkeit bestimmt; 39. is bezorgd over het feit dat ten aanzien van de tussen 2009 en 2013 onder gecentraliseerd beheer gegeven invorderingsopdrachten die als onregelmatigheden zijn aangeduid (als fraude en niet als fraud
e gemeld), de gemiddelde periode tussen een onregelmatigheid en de opsporing ervan 3,4 jaar bedraagt: meer dan de helft van de gevallen (54 %) werd opgespoord binnen 4 jaar na het jaar waarin de onregelmatigheid werd begaan, terwijl in de andere helft (46 %) van de gevallen deze periode varieerde tussen de 4 en 13 jaar; herinnert eraan dat na de opsporing van onregelmatigheden verdere procedures in werking treden (invorderingsopdrachten,
...[+++]OLAF-onderzoeken etc.); verzoekt de Commissie de gemiddelde, minimale en maximale afhandelingstijd te bepalen van een geconstateerde onregelmatigheid onder gecentraliseerd beheer;