Obwohl der Vorschlag besagt, dass für die Arbeit der Agentur die Verordnung Nr. 1 vom 15. April 1958 zur Regelung der Sprachenfrage für die Europäische Wirtschaftsgemeinschaft gilt, ist der Berichterstatter der Ansicht, dass deutlicher vereinbart werden sollte, dass der Antragsteller die Möglichkeit hat, mit der Agentur in der Sprache seiner Wahl zu kommunizieren, solange sie eine der Amtssprachen der Union ist.
Hoewel in het voorstel wordt gezegd dat Verordening nr. 1 van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de EEG ook geldt voor de werkzaamheden van het Bureau, is de rapporteur van mening dat duidelijker moet worden gesteld dat de aanvrager het recht heeft met het Bureau te communiceren in de taal van zijn keuze, op voorwaarde dat het gaat om een van de officiële talen van de Unie.