Das vom Strafrichter verhängte Verbot ist nämlich eine ergänzende Strafe (Kass., 17. Mai 2005, Pas., 2005, Nr. 282), die insbesondere Gegenstand einer Massnahme des Strafvollstreckungsaufschubs sein kann.
Het door de strafrechter uitgesproken verbod is immers een bijkomende straf (Cass., 17 mei 2005, Arr. Cass., 2005, nr. 282) die met name het voorwerp kan uitmaken van een maatregel tot uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf.