Traduction de «Stabsabteilung Gesetzgebung Öffentliches Recht » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Stabsabteilung Gesetzgebung Öffentliches Recht
Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht

Abteilung Gesetzgebung und öffentliches Recht
Afdeling Wetgeving en Publiekrecht

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

35. ist der Ansicht, dass die Durchführung öffentlicher Anhörungen ein wichtiges Instrument zur Prüfung der von Petenten angesprochenen Probleme darstellt; möchte auf die mit dem Umweltausschuss im Rahmen der Europäischen Bürgerinitiative „Recht auf Wasser“ und auf die mit dem Rechtsausschuss im Rahmen der Europäischen Bürgerinitiative „Einer von uns“ organisierten öffentlichen Anhörungen aufmerksam machen; ist der Ansicht, dass die Europäische Bürgerinitiative ein Instrument ist, das länderübergreifende, partizipatorische und repräsentative Demokratie fördert, das – sobald die neue Verordnung erlassen ist – eine direktere Beteiligung der Bürger an der Gestaltung, Diskussion und Schwerpunktsetzung der europäischen Politik und wichtiger Themen der Gesetzgebung ermöglichen kann; bekräftigt erneut seine Bereitschaft, an der Durchführung öffentlicher Anhörungen für erfolgreiche Europäische Bürgerinitiativen proaktiv mitzuwirken; sagt zu, der Wirksamkeit dieses Mitwirkungsprozesses und gegebenenfalls der Sicherstellung gebührender legislativer Folgemaßnahmen Priorität auf institutioneller Ebene einzuräumen; begrüßt die Barrierefreiheitsfunktionen für Menschen mit Behinderungen bei den Anhörungen, wie beispielsweise den Bildschirmleser;
35. is van mening dat de organisatie van openbare hoorzittingen een nuttig middel is om de door de burgers aan de orde gestelde problemen te onderzoeken; wil de aandacht vestigen op de openbare hoorzittingen die werden georganiseerd met de Commissie milieubeheer in het kader van het Europees burgerinitiatief "Water is een mensenrecht" en met de Commissie juridische zaken in het kader van het Europees burgerinitiatief "Een van ons"; is van mening dat het Europees burgerinitiatief een instrument is dat transnationale, participatieve en representatieve democratie bevordert en, zodra een nieuwe verordening is goedgekeurd, de burgers de mogelijkheid biedt directer deel te nemen aan het aankaarten en hoog op de agenda plaatsen van te behandelen Europese beleidsmaatregelen en wetgevingskwesties; bevestigt nogmaals dat het vastbesloten is proactief deel te nemen aan de organisatie van openbare hoorzittingen voor succesvolle initiatieven; verbindt zich ertoe om, op institutioneel niveau, prioriteit te verlenen aan de doeltreffendheid van dit participatief proces en ervoor te zorgen dat in voorkomend geval voor wetgevende follow-up wordt gezorgd; is ingenomen met de toegankelijkheidsvoorzieningen die tijdens de hoorzittingen aan personen met een handicap worden geboden, zoals het scherm voor de omzetting van tekst naar spraak;

15. ist der Ansicht, dass der Schutz personenbezogener Daten, im Interesse der Allgemeinheit, nicht automatisch als Hindernis für die öffentliche Kontrolle von Lobbyaktivitäten im Zusammenhang mit der TTIP verwendet werden sollte, und dass es möglich ist, Bedenken über den Schutz personenbezogener Daten anzugehen, indem man die Teilnehmer über die Absicht, ihre Namen offenzulegen, informiert, wenn sie zu Treffen eingeladen werden, und dass klarzustellen ist, dass die TTIP weder die Rechte der EU-Bürger zur digitalen Selbstbestimmung noch die Einhaltung der europäischen Gesetzgebung zum Datenschutz und besonders unter Berücksichtigung des Urteils des EuGH (C-132/12) über das „Recht auf Vergessen“ und die vorgeschlagen Richtlinie zum Schutz personenbezogener Daten beschneiden darf; ersucht die Kommission, sicherzustellen, dass der Schutz personenbezogener Daten nicht Gegenstand der Verhandlungen ist, da dies einen Verstoß gegen Artikel 7 und 8 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union darstellen würde;
15. is van mening dat het algemeen belang niet toelaat dat gegevensbescherming wordt gebruikt als automatische verhinderingsgrond voor publieke toetsing van lobbyactiviteiten rond het TTIP, en dat aan overwegingen van gegevensbescherming ook tegemoet kan worden gekomen door de deelnemers die voor besprekingen zijn uitgenodigd, mee te delen dat hun namen bekend zullen worden gemaakt, en door duidelijk te maken dat het TTIP geen afbreuk mag doen aan het recht van de EU-burger op digitale zelfbeschikking of aan de naleving van de Europese wetgeving inzake gegevensbescherming, en in het bijzonder rekening moet houden met het arrest van het Europese Hof van Justitie (C-132/12) inzake het "recht om te worden vergeten" en met de algemene verordening gegevensbescherming; vraagt de Commissie erop toe te zien dat gegevensbescherming niet in de onderhandelingen wordt betrokken met het oog op de naleving van de artikelen 7 en 8 of van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;

25. begrüßt das Inkrafttreten der Europäischen Bürgerinitiative (EBI) am 1. April 2012, die Registrierung der ersten EBI „Fraternité 2020“ mit dem Ziel der Verbesserung der europäischen Jugendpolitik sowie die kürzlich von der Kommission angenommene EBI „Wasser ist ein Menschenrecht!“; ist der Meinung, dass die EBI als erstes länderübergreifendes Instrument der partizipativen Demokratie den Bürgern die Möglichkeit gibt, sich aktiv an der Gestaltung der europäischen Politik und Gesetzgebung zu beteiligen; bekräftigt erneut seine Bereitschaft, unter aktiver Einbeziehung aller betroffenen Ausschüssen des Parlaments an der Veranstaltung öffentlicher Anhörungen für erfolgreiche Europäische Bürgerinitiativen mitzuwirken; betont, dass es notwendig ist, den Stand der Europäischen Bürgerinitiativen regelmäßig zu überprüfen, um das Verfahren zu verbessern und den bürokratischen Aufwand und andere Hindernisse möglichst gering zu halten; ist sich bewusst, dass das Ergebnis der ersten parlamentarischen Anhörungen zu den ersten erfolgreichen EBI, die im Jahr 2014 stattfinden, von entscheidender Bedeutung sind, um hohe Verfahrensstandards zu setzen und die Erwartungen der Bürger hinsichtlich der zukünftigen Ausübung dieses Rechts zu erfüllen, und sagt zu, der Sicherstellung der Wirksamkeit des Mitwirkungsprozesses institutionelle Priorität einzuräumen;
25. is verheugd over de tenuitvoerlegging van het Europees burgerinitiatief (EBI) op 1 april 2012 alsmede over de registratie van het eerste EBI over beleidsmaatregelen voor Europa's jongeren – Fraternité 2020 en het recente succesvolle EBI over het recht op water; is van mening dat het EBI het eerste instrument is voor transnationale participerende democratie en de burgers de mogelijkheid zal geven om actief betrokken te worden bij de vormgeving van het Europese beleid en de Europese wetgeving; bevestigt nogmaals dat het vastbesloten is deel te nemen aan de organisatie van openbare hoorzittingen voor succesvolle Europese burgerinitiatieven, waarbij alle relevante parlementaire commissies actief zullen worden betrokken; onderstreept dat de stand van zaken met betrekking tot de Europese burgerinitiatieven regelmatig in ogenschouw moet worden genomen om de procedure te verbeteren en de administratieve rompslomp en andere belemmeringen te beperken; erkent dat het resultaat van de eerste parlementaire hoorzittingen van de eerste succesvolle EBI's, die in 2014 plaatsvinden, van cruciaal belang zijn om hoge procedurele normen vast te stellen en om te voldoen aan de verwachtingen van burgers ten aanzien van de uitoefening van dit recht in de toekomst, en verplicht zich ertoe om institutionele prioriteit te geven aan het waarborgen van de doeltreffendheid van het participatieproces;

Dazu gehörten die Reform des Systems der gerichtlichen Schlichtungsausschüsse und des Beweisrechts, die Versuche, das Gefängnissystem zu reformieren und die Praxis individueller Ermittlungen auszuweiten, Verbesserungen am System der Rechtsberatung und Rechtshilfe, öffentliche Anhörungen in Fällen, in denen ein Gericht zweiter Instanz über die Todesstrafe befinden soll, Audio- oder Videomittschnitte von Verhören zur Unterbindung von Folter, Vermeidung übermäßig langer Haftzeiten durch ein besseres Überwachungs- und Berichtssystem, Schutz der Rechte der Landwirte und Verbesserungen an der Gesetzgebung über das Recht auf Arbeit sowie Schutz der Rechte besonders schutzbedürftiger Bevölkerungsgruppen einschließlich der Rehabilitations- und Arbeitsmöglichkeiten für Menschen mit Behinderungen bzw. mit beschränkter Arbeitsfähigkeit.
Deze omvatten de hervorming van het systeem van gerechtelijke commissies en het systeem van strafrechtelijk bewijs, pogingen om het gevangenissysteem te hervormen en de praktijk van individueel onderzoek uit te breiden, verbeteringen in het advies- en rechtsbijstandsysteem, publieke hoorzittingen in gevallen waarin de doodstraf wordt overwogen in een rechtbank van tweede aanleg, geluids- of video-opnamen van verhoren om marteling te voorkomen, het voorkomen van te lange detentieperioden door middel van doeltreffender controlemechanismen en soepeler rapportagekanalen, de bescherming van de rechten van boeren en verbeteringen in de wetgeving inzake het recht op werk alsmede de bescherming van de rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen, met inbegrip van de mogelijkheden voor niet volledig gezonde mensen en gehandicapten op revalidatie en werk.

« dass [.] das im Rahmen eines Arbeitsvertrags im Privatsektor beschäftigte Personal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall erst Klage auf Entschädigung aufgrund des gemeinen Rechts erheben kann, nachdem die Entschädigung aufgrund der Gesetzgebung über die Arbeitsunfälle festgesetzt worden ist, wohingegen das durch die öffentliche Hand beschäftigte Vertragspersonal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall wohl die Wahl hat, zuerst Klage auf Entschädigung zu erheben, entweder aufgrund des gemeinen Rechts oder aufgrund des Arbeitsunfallrechts».
« dat [.] het personeel onder arbeidsovereenkomst in de particuliere sector dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval slechts een eis tot vergoeding kan instellen op basis van het gemeen recht nadat de vergoeding uit hoofde van de Arbeidsongevallen-wetgeving is bepaald, terwijl het door de overheid contractueel tewerkgestelde personeel dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval wél de keuze heeft om een eis tot vergoeding eerst in te stellen hetzij op basis van het gemeen recht, hetzij op basis van het arbeidsongevallenrecht».

« Beinhaltet der Umstand, dass kraft Artikel 46 § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle (in der durch Artikel 4 des Gesetzes vom 7. Juli 1978 abgeänderten Fassung) das im Rahmen eines Arbeitsvertrags im Privatsektor beschäftigte Personal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall erst Klage auf Entschädigung aufgrund des gemeinen Rechts erheben kann, nachdem die Entschädigung aufgrund der Gesetzgebung über die Arbeitsunfälle festgesetzt worden ist, wohingegen das durch die öffentliche Hand beschäftigte Vertragspersonal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall wohl die Wahl hat, zuerst Klage auf Entschädigung zu erheben, entweder aufgrund des gemeinen Rechts oder aufgrund des Arbeitsunfallrechts, nicht insofern eine Verletzung der verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, die in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankert sind, als innerhalb ein und derselben Gruppe von Rechtsunterworfenen, d.h. Vertragspersonal im allgemeinen, ein Behandlungsunterschied eingeführt wird, für den es keine objektive und angemessene Rechtfertigung gibt?
« Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 46, par. 2, tweede lid van de Arbeidsongevallenwet d.d. 10 april 1971 (zoals gewijzigd door art. 4 van de Wet van 07 juli 1978) het personeel onder arbeidsovereenkomst in de particuliere sector dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval slechts een eis tot vergoeding kan instellen op basis van het gemeen recht nadat de vergoeding uit hoofde van de Arbeidsongevallen-wetgeving is bepaald, terwijl het door de overheid contractueel tewerkgestelde personeel dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval wél de keuze heeft om een eis tot vergoeding eerst in te stellen hetzij op basis van het gemeen recht, hetzij op basis van het arbeidsongevallenrecht, niet in zoverre een schending in van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat binnen éénzelfde groep justitiabelen, namelijk de contractuele werknemers in het algemeen, een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat ?