Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass die Verantwortung für den sicheren Betrieb des Eisenbahnsystems und die Kontrolle der damit verbundenen Risiken den Fahrwegbetreibern und den Eisenbahnunternehmen auferlegt wird; diese müssen dafür die erforderlichen Risikokontrollen durchführen, nationale Sicherheitsvorschriften und -normen anwenden und ein Sicherheitsmanagement im Sinne dieser Richtlinie einführen.
De lidstaten zien erop toe dat de verantwoordelijkheid voor een veilige werking van het spoorwegsysteem en de risicobeheersing bij de infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen wordt gelegd. Zij moeten de nodige maatregelen op het gebied van risicobeheersing treffen, nationale veiligheidsvoorschriften en –normen toepassen en veiligheidsbeheersystemen creëren, overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn.