2.6.3. Das Schulter-Arm-Gelenk ist so beschaffen, daß die Arme gegenüber der Rumpflinie in einem Winkel von 0°, 40° oder 90° gebracht werden können.
2.6.3. Met het schouder/armgewricht kunnen afzonderlijke armstanden worden ingesteld op 0°, 40° en 90° ten opzichte van de torsolijn.