(1) Die Mitgliedstaaten dürfen für einen Zugmaschinentyp die EG-Typgenehmigung, die Ausstellung des in Artikel 2 Buchstabe u der Richtlinie 2003/37/EG vorgesehenen Dokuments oder die Betriebserlaubnis mit nationaler Geltung nicht wegen der Abschleppeinrichtung oder des Rückwärtsgangs versagen, wenn diese den Vorschriften der Anhänge I und II entsprechen.
1. De lidstaten mogen de EG-goedkeuring, het afgeven van het document bedoeld in artikel 2, onder u), van Richtlijn 2003/37/EG, of de nationale goedkeuring van een trekker niet weigeren om redenen die verband houden met de sleepinrichting en de achteruitrijinrichting indien deze aan de voorschriften in de bijlagen I en II voldoen.