Vertaling van "Richtlinie elektronischen Geschäftsverkehr " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

E-Commerce-Richtlinie | Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr
richtlijn inzake elektronische handel

Webseite für den elektronischen Geschäftsverkehr
website waarop handel wordt gedreven

Systeme des elektronischen Geschäftsverkehrs
e-handelssystemen | elektronische handelssystemen | internetverkoopsystemen

Global Business Dialogue on Electronic Commerce | Weltweiter Wirtschaftsdialog über den elektronischen Geschäftsverkehr | GBDe [Abbr.]
GBDe [Abbr.]

Richtlinie 2011/7/EU zur Bekämpfung von Zahlungsverzug im Geschäftsverkehr | Zahlungsverzugsrichtlinie
Richtlijn 2011/7/EU betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties | richtlijn betalingsachterstand

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Der erste Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 19 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Richtlinie 2000/31/EG vom 8. Juni 2000 über den elektronischen Geschäftsverkehr, indem die angefochtenen Bestimmungen dazu führen könnten, dass die klagenden Parteien haftbar gemacht würden, wenn sie die Verwendung ihrer Plattformen nicht überwachen würden.
Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 19 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van de richtlijn 2000/31/EG van 8 juni 2000 inzake elektronische handel, doordat de bestreden bepalingen ertoe zouden kunnen leiden dat de verzoekende partijen aansprakelijk worden gesteld indien zij geen toezicht uitoefenen op het gebruik van hun platformen.

Ist Art. 12 Abs. 1 Halbsatz 1 der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) in Verbindung mit Art. 2 lit. b) der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) so auszulegen, dass es für „anbieten“ im Sinne von Art. 2 lit. b) der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) ausreicht, wenn der Dienst der Informationsgesellschaft rein tatsächlich zur Verfügung gestellt wird, im konkreten Fall also ein offenes WLAN bereitgestellt wird, oder ist z.
Dient artikel 12, lid 1, eerste zinsnede, juncto artikel 2, sub b, van richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn elektronische handel”) aldus te worden uitgelegd dat het voor het „leveren” van een dienst in de zin van laatstgenoemde bepaling voldoende is dat de dienst van de informatiemaatschappij feitelijk wordt geleverd, in het concrete geval dus een open WLAN beschikbaar wordt gesteld, of moet er daarnaast bijvoorbeeld ook sprake zijn van het „promoten” van de betrokken dienst?

Ist Art. 12 Abs. 1 Halbsatz 1 der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) (1) in Verbindung mit Art. 2 lit. a) der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) in Verbindung mit Art. 1 Nr. 2 der Richtlinie 98/34/EG in der Fassung der Richtlinie 98/48/EG (2) so auszulegen, dass „in der Regel gegen Entgelt“ bedeutet, dass das nationale Gericht feststellen muss, ob
Dient artikel 12, lid 1, eerste zinsnede, junctis de artikelen 2, sub a, van richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn elektronische handel”) (1) en 1, punt 2, van richtlijn 98/34/EG in de redactie van richtlijn 98/48/EG (2) aldus te worden uitgelegd dat de zinsnede „gewoonlijk tegen vergoeding” betekent dat de nationale rechter moet vaststellen

Ist Art. 12 Abs. 1 Halbsatz 1 der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) in Verbindung mit Art. 2 lit. b) der Richtlinie 2000/31 EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) so auszulegen, dass sich die Anforderungen an einen Diensteanbieter darin erschöpfen, dass Diensteanbieter jede natürliche oder juristische Person ist, die einen Dienst der Informationsgesellschaft anbietet?
Dient artikel 12, lid 1, eerste zinsnede, juncto artikel 2, sub b, van richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn elektronische handel”) aldus te worden uitgelegd dat de aan een dienstverlener te stellen eisen uitsluitend inhouden dat het moet gaan om een natuurlijke of rechtspersoon die een dienst van de informatiemaatschappij levert?

3. fordert die Kommission auf, rechtzeitig bevor das Zustimmungsverfahren im Parlament in die Wege geleitet wird, ausdrücklich zu bekräftigen, dass der gemeinschaftliche Besitzstand von den Bestimmungen des ACTA unberührt bleibt, insbesondere die besonderen Bestimmungen der Richtlinie 95/46/EG („Datenschutzrichtlinie“), der Richtlinie 91/250/EWG („Software-Richtlinie“), der Richtlinie 2001/29/EG („Richtlinie über die Informationsgesellschaft“), der Richtlinie 2000/31/EG über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“), der Richtlinie 2002/58/EG über die Verarbeitung personenbezogener Daten und den Schutz der Privatsphäre in der elektronischen Kommunikation, zuletzt geändert durch die Richtlinie 2009/136/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 25. November 2009, und der Richtlinie 2004/48/EG zur Durchsetzung der Rechte des geistigen Eigentums;
3. verzoekt de Commissie tijdig vóórdat de instemmingsprocedure in de het Parlement begint uitdrukkelijk te bevestigen dat de ACTA-bepalingen de Gemeenschapswetgeving onverlet laten, met name de bepalingen in de richtlijnen 95/46 (gegevensbescherming), 91/250/EEG (software), 2001/29/EG (informatiemaatschappij), 2000/31/EG betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("Richtlijn inzake elektronische handel"), 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 en richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten;

11. weist darauf hin, dass die mangelnde Übereinstimmung zwischen den nationalen Vorschriften über den elektronischen Geschäftsverkehr und auch die Mängel bei der Umsetzung und Anwendung der Richtlinie 2000/31/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) sowohl die uneingeschränkte Entwicklung des Binnenmarktes behindern als auch die Leistungsfähigkeit der EU auf internationaler Ebene schwächen; fordert die Kommission auf, potentielle Hindernisse für das Funktionieren des Binnenmarkts zu überwachen, die sich aus einzelstaatlichen Bestimmungen ergeben können, welche Anbieter aus Drittländern davon abhalten, Güter und Dienstleistungen in den betreffenden Mitgliedstaaten über das Internet anzubieten;
11. wijst erop dat door het gebrek aan overeenstemming tussen de nationale regels inzake elektronische handel, waaronder tekortkomingen in de tenuitvoerlegging en toepassing van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("richtlijn inzake elektronische handel") enerzijds de volledige ontwikkeling van de interne markt wordt aangetast en anderzijds het vermogen van de EU op internationaal niveau wordt verzwakt; roept de Commissie op mogelijke belemmeringen voor de werking van de interne markt te monitoren die zouden kunnen voortvloeien uit nationale eisen die dienstverrichters uit derde landen ervan weerhouden hun goederen en diensten via het internet in de bewuste landen aan te bieden;

19. fordert die Kommission auf, nach Beseitigung der Hindernisse für die Integration der Einzelhandelskomponente des Binnenmarktes die Möglichkeiten zur Festlegung von Bedingungen und eines Logos für ein Europäisches Vertrauenssiegel zu prüfen, um die Sicherheit im grenzüberschreitenden elektronischen Geschäftsverkehr zu erhöhen und in dieser Hinsicht einen allgemeinen Rechtsrahmen für freiwillige Vertrauenssiegel zu gewährleisten, wie es in der Richtlinie 2000/31/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 8. Juni 2000 über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft, insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs, im Binnenmarkt (Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr) von ihr verlangt wurde, und empfiehlt zu diesem Zweck:
19. verzoekt de Commissie, zodra de obstakels voor de integratie van de detailhandel in de interne markt zijn weggenomen, de mogelijkheden na te gaan voor de uitwerking van een definitie van voorwaarden en een logo voor een Europees vertrouwensmerk dat voor méér zekerheid bij grensoverschrijdende e-handel zorgt en in dit verband een algemeen wettelijk kader voor vrijwillige vertrouwensmerken te waarborgen, zoals gevraagd in Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("Richtlijn inzake elektronische handel") ; hierbij zijn de volgende aspecten van belang:

Für die Definition « Dienste der Informationsgesellschaft » greift die Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr auf die Definition in Artikel 1 Absatz 2 der Richtlinie 98/34/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 22. Juni 1998 über ein Informationsverfahren auf dem Gebiet der Normen und technischen Vorschriften und der Vorschriften für die Dienste der Informationsgesellschaft in der durch die Richtlinie 98/48/EG abgeänderten Fassung zurück.
Voor de definitie van « diensten van de informatiemaatschappij » grijpt de richtlijn inzake elektronische handel terug naar de definitie ervan in artikel 1, tweede lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG.

– Nach der Tagesordnung folgt die Aussprache über die Empfehlung für die zweite Lesung (A5–0106/2000) des Ausschusses für Recht und Binnenmarkt betreffend den Gemeinsamen Standpunkt des Rates im Hinblick auf den Erlaß der Richtlinie des Europäischen Parlaments und des Rates über bestimmte rechtliche Aspekte der Dienste der Informationsgesellschaft – insbesondere des elektronischen Geschäftsverkehrs – im Binnenmarkt („Richtlinie über den elektronischen Geschäftsverkehr“) (14263/1/1999 – C5–0099/2000 – 1998/0325(COD)) (Berichterstatterin: Frau Palacio Vallelersundi)
- Aan de orde is de aanbeveling voor de tweede lezing (A5-0106/2000) van mevrouw Palacio Vallelersundi, namens de Commissie juridische zaken en interne markt, betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel in de interne markt ("Richtlijn inzake elektronische handel") (14263/1/1999 - C5-0099/2000 - 1998/0325(COD))