Vertaling van "Resort " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Resort | Tourismuszentrum | Tourismus-Zentrum
Toeristische complex

Kreditgeber letzter Instanz | Lender of last resort
geldschieter in laatste instantie | kredietverstrekker in laatste instantie | lender of last resort

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die Veräußerung der Vermögenswerte der Nürburgring GmbH, der Motorsport Resort Nürburgring GmbH und der Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH führt nicht zur wirtschaftlichen Kontinuität zwischen der Nürburgring GmbH, der Motorsport Resort Nürburgring GmbH und der Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH und dem neuen Eigentümer der Vermögenswerte, Capricorn NÜRBURGRING Besitzgesellschaft GmbH, oder dessen Tochtergesellschaften.
De verkoop van de activa van Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH brengt geen economische continuïteit tot stand tussen Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH, enerzijds, en de nieuwe eigenaar van de activa, Capricorn NÜRBURGRING Besitzgesellschaft GmbH, of haar dochterondernemingen, anderzijds.

Eigentümer des Nürburgring-Komplexes waren die in Staatseigentum befindlichen Unternehmen Nürburgring GmbH („NG“), Motorsport Resort Nürburgring GmbH („MSR“) und Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH („CMHN“).
Het Nürburgring-complex was in eigendom van de overheidsbedrijven Nürburgring GmbH (hierna „NG” genoemd), Motorsport Resort Nürburgring GmbH („MSR”) en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH („CMHN”).

Die Veräußerung der Vermögenswerte der Nürburgring GmbH, der Motorsport Resort Nürburgring GmbH und der Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH stellt keine staatliche Beihilfe dar.
De verkoop van de activa van Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH vormt geen staatsteun.

124. verurteilt den unterschiedslosen Rückgriff auf die ungesetzliche Inhaftierung von rechtswidrigen Migranten, darunter auch Asylsuchende, unbegleitete Minderjährige und Staatenlose; fordert die Mitgliedstaaten auf, sich an die Bestimmungen der Rückführungsrichtlinie und an das Völker- und EU-Recht zu halten, wozu auch die Wahrung des Rechts auf Menschenwürde und des Grundsatzes des Vorrangs des Kindeswohls gehören; erinnert daran, dass die Inhaftierung von Migranten nur als letztes Mittel („last resort“) anzuwenden ist, und fordert die Mitgliedstaaten mit Nachdruck auf, alternative Maßnahmen umzusetzen; verurteilt die entsetzlichen Haftbedingungen in einigen Mitgliedstaaten und fordert die Kommission auf, diese unverzüglich anzugehen; weist erneut darauf hin, dass dafür gesorgt werden muss, dass illegale Migranten bei Verstößen gegen ihre Rechte das Recht auf einen wirksamen Rechtsbehelf wahrnehmen können;
124. veroordeelt het automatische beroep dat wordt gedaan op onwettelijke detentie voor irreguliere migranten, inclusief asielzoekers, onbegeleide minderjarigen en staatlozen; vraagt de lidstaten de bepalingen van de terugkeerrichtlijn na te leven, met inbegrip van de eerbiediging van de menselijke waardigheid en van het beginsel dat het belang van het kind voorop staat, en van het internationale en het EU-recht; brengt in herinnering dat de detentie van migranten een laatste redmiddel moet blijven en dringt er bij de lidstaten op aan om alternatieve maatregelen uit te voeren; veroordeelt de ontstellende detentievoorwaarden in sommige lidstaten en dringt er bij de Commissie op aan deze onverwijld aan te pakken; wijst er nogmaals op dat moet worden gegarandeerd dat irreguliere migranten het recht wordt verleend op een effectieve voorziening in geval van schending van hun rechten;

122. verurteilt den unterschiedslosen Rückgriff auf die ungesetzliche Inhaftierung von rechtswidrigen Migranten, darunter auch Asylsuchende, unbegleitete Minderjährige und Staatenlose; fordert die Mitgliedstaaten auf, sich an die Bestimmungen der Rückführungsrichtlinie und an das Völker- und EU-Recht zu halten, wozu auch die Wahrung des Rechts auf Menschenwürde und des Grundsatzes des Vorrangs des Kindeswohls gehören; erinnert daran, dass die Inhaftierung von Migranten nur als letztes Mittel („last resort“) anzuwenden ist, und fordert die Mitgliedstaaten mit Nachdruck auf, alternative Maßnahmen umzusetzen; verurteilt die entsetzlichen Haftbedingungen in einigen Mitgliedstaaten und fordert die Kommission auf, diese unverzüglich anzugehen; weist erneut darauf hin, dass dafür gesorgt werden muss, dass illegale Migranten bei Verstößen gegen ihre Rechte das Recht auf einen wirksamen Rechtsbehelf wahrnehmen können;
122. veroordeelt het automatische beroep dat wordt gedaan op onwettelijke detentie voor irreguliere migranten, inclusief asielzoekers, onbegeleide minderjarigen en staatlozen; vraagt de lidstaten de bepalingen van de terugkeerrichtlijn na te leven, met inbegrip van de eerbiediging van de menselijke waardigheid en van het beginsel dat het belang van het kind voorop staat, en van het internationale en het EU-recht; brengt in herinnering dat de detentie van migranten een laatste redmiddel moet blijven en dringt er bij de lidstaten op aan om alternatieve maatregelen uit te voeren; veroordeelt de ontstellende detentievoorwaarden in sommige lidstaten en dringt er bij de Commissie op aan deze onverwijld aan te pakken; wijst er nogmaals op dat moet worden gegarandeerd dat irreguliere migranten het recht wordt verleend op een effectieve voorziening in geval van schending van hun rechten;

Klägerin: Fiesta Hotels Resorts, SL (Ibiza, Spanien) (Prozessbevollmächtigter: Rechtsanwalt J. Devaureix)
Verzoekende partij: Fiesta Hotels Resorts, SL (Ibiza, Spanje) (vertegenwoordiger: J. Devaureix, advocaat)

Streitige Marke: Gemeinschaftsbildmarke mit den Wortbestandteilen „PALLADIUM PALACE IBIZA RESORT SPA“ — Gemeinschaftsmarke Nr. 10 524 213
Betrokken merk: gemeenschapsbeeldmerk met de woordelementen „PALLADIUM PALACE IBIZA RESORT SPA” — gemeenschapsmerk nr. 10 524 213

57. stellt fest, dass das derzeitige System der Zusammenarbeit für eine wirksame Überwachung der System- und Beaufsichtigungsrisiken der wichtigsten Marktakteure möglicherweise auf der Grundlage des bestehenden Systems der Zusammenarbeit der Aufsichtsbehörden gestärkt werden muss und tritt für eine bessere Koordinierung insbesondere mit Blick auf die aufsichtsrechtliche Überwachung von mehreren Gerichtsbarkeiten unterstehenden und sektorübergreifende tätigen Unternehmen und Finanzkonglomeraten ein; tritt für Vereinbarungen und Verhaltenskodices zwischen Mitgliedstaaten und Zentralbanken über die finanzielle Unterstützung dieses Systems der Beaufsichtigung hinsichtlich der Verpflichtungen zur Schuldenübernahme und -tilgung durch Dritte („Bail-out“) und der Kreditvergabe als letzte Instanz („lender of last resort“) ein, wenn mehrere Mitgliedstaaten und Aufsichtsbehörden beteiligt sind; stellt fest, dass den relativ neuen Vorkehrungen für die Stufe-2-Ausschüsse und die Stufe-3-Ausschüsse Zeit gegeben werden muss, um sich zu etablieren, um dann bewerten zu können, ob mit dem derzeitigen System eine tatsächliche Aufsicht über die Systemrisiken und die aufsichtsrechtlichen Risiken möglich ist;
57. merkt op dat het huidige samenwerkingssysteem voor een effectief inzicht in de systeem- en bedrijfsrisico’s van de topspelers in de markt wellicht moet worden versterkt op basis van het samenwerkingssysteem tussen toezichthouders en pleit voor betere coördinatie, met name ten aanzien van het toezicht op bedrijfsrisico's van onder meer dan één rechtsgebied vallende en sectoroverschrijdende instellingen en financiële conglomeraten; moedigt de opstelling aan van overeenkomsten en gedragscodes tussen lidstaten en centrale banken over de financiële rugdekking voor dit systeem van bedrijfstoezicht in verband met verplichtingen als ‘bail out’ en ‘lender of last resort’ als er meerdere lidstaten en meerdere toezichthouders bij zijn betrokken; merkt op dat het voor de beoordeling of het bestaande systeem een concreet overzicht biedt van de systeem- en bedrijfsrisico's van de topspelers in de markt, de relatief nieuwe L2- en L3-regelingen tijd moet worden gegund om zich te bewijzen;

58. stellt fest, dass das derzeitige System der Zusammenarbeit für eine wirksame Überwachung der System- und Beaufsichtigungsrisiken der wichtigsten Marktakteure möglicherweise auf der Grundlage des bestehenden Systems der Zusammenarbeit der Aufsichtsbehörden gestärkt werden muss und tritt für eine bessere Koordinierung insbesondere mit Blick auf die aufsichtsrechtliche Überwachung von mehreren Gerichtsbarkeiten unterstehenden und sektorübergreifende tätigen Unternehmen und Finanzkonglomeraten ein; tritt für Vereinbarungen und Verhaltenskodices zwischen Mitgliedstaaten und Zentralbanken über die finanzielle Unterstützung dieses Systems der Beaufsichtigung hinsichtlich der Verpflichtungen zur Schuldenübernahme und -tilgung durch Dritte ("Bail-out") und der Kreditvergabe als letzte Instanz ("lender of last resort") ein, wenn mehrere Mitgliedstaaten und Aufsichtsbehörden beteiligt sind; stellt fest, dass den relativ neuen Vorkehrungen für die Stufe-2-Ausschüsse und die Stufe-3-Ausschüsse Zeit gegeben werden muss, um sich zu etablieren, um dann bewerten zu können, ob mit dem derzeitigen System eine tatsächliche Aufsicht über die Systemrisiken und die aufsichtsrechtlichen Risiken möglich ist, und gleichzeitig zu prüfen, ob eine aufsichtsrechtliche Überwachung auf europäischer Ebene – wo diese notwendig ist – in Zukunft wünschenswert und durchführbar ist;
58. merkt op dat het huidige samenwerkingssysteem voor een effectief inzicht in de systeem- en bedrijfsrisico's van de topspelers in de markt wellicht moet worden versterkt op basis van het bestaande samenwerkingssysteem tussen toezichthouders en pleit voor betere coördinatie, met name ten aanzien van het toezicht op bedrijfsrisico's van onder meer dan één rechtsgebied vallende en sectoroverschrijdende instellingen en financiële conglomeraten; moedigt de opstelling aan van overeenkomsten en gedragscodes tussen lidstaten en centrale banken over de financiële rugdekking voor dit systeem van bedrijfstoezicht in verband met "bail out"- en "lender of last resort"-verplichtingen als er meerdere lidstaten en meerdere toezichthouders bij zijn betrokken; merkt op dat het voor de beoordeling of het bestaande systeem een concreet toezicht biedt op de systeem- en bedrijfsrisico's van de topspelers in de markt, de relatief nieuwe L2- en L3-regelingen tijd moet worden gegund om zich te bewijzen; wenst tevens dat gekeken moet worden naar de wenselijkheid en uitvoerbaarheid van de uitoefening van prudentieel toezicht op EU-vlak waar dat in de toekomst nodig mocht blijken;

19. verweist auf die Risiken für die Finanzmarktstabilität, die durch grenzüberschreitende Fusionen entstehen; fordert daher die EZB auf, eine Analyse mit Blick vor allem auf die Frage des Kreditgebers letzter Instanz ("lender of last resort") durchzuführen und entsprechende Analysen im monetären Dialog 2007 vorzustellen;
19. wijst op de risico's die voor de stabiliteit in de financiële sector ontstaan door grensoverschrijdende fusies; verzoekt de ECB daarom een analyse te verrichten vanuit met name het oogpunt van de leninggever in laatste instantie ("lender of last resort") en overeenkomstige analyses in de monetaire dialoog 2007 voor te stellen;