Vertaling van "Religionslehrer " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Religionslehrer
godsdienstleraar | leraar godsdienst

Religionslehrer
leermeester godsdienst

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Artikel 31 des königlichen Erlasses vom 25. Oktober 1971 « zur Festlegung des Statuts der Religionsdozenten, der Religionslehrer und der Inspektoren für katholische, protestantische, israelitische, orthodoxe und islamische Religion in den Unterrichtsanstalten der Französischen Gemeinschaft » (nachstehend: königlicher Erlass vom 25. Oktober 1971) bestimmt ferner:
Artikel 31 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 « tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap » (hierna : koninklijk besluit van 25 oktober 1971) bepaalt eveneens :

Einem Mitglied, das sich über « den Grund, warum die Ernennungen der Religionslehrer nicht mehr wie in der Vergangenheit durch die kirchliche Obrigkeit erfolgen » informiert, hat der Minister geantwortet:
Aan een lid dat vroeg « waarom de godsdienstleraars niet meer door de kerkelijke overheid zullen worden benoemd zoals vroeger » heeft de Minister geantwoord :

Im Gegensatz zu Artikel 7 Absatz 2 über die Inspektion der Religionsunterrichte, der durch einen Abänderungsantrag der Regierung eingeführt wurde, war Artikel 7 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. Juli 1955, mit dem auf gleiche Weise das Auftreten des Oberhauptes des Kultes hinsichtlich der Religionslehrer abgeändert wurde, Gegenstand von parlamentarischen Diskussionen.
In tegenstelling tot artikel 7, tweede lid, betreffende de inspectie van de cursussen godsdienst, ingevoerd via een amendement van de Regering, heeft artikel 7, eerste lid, van de wet van 27 juli 1955, dat het optreden van het hoofd van de eredienst ten aanzien van de leerkrachten godsdienst op dezelfde manier heeft gewijzigd, het voorwerp uitgemaakt van parlementaire besprekingen.

« Die Artikel 122 bis 127 und 131 bis 134 des vorerwähnten königlichen Erlasses vom 22. März 1969 finden Anwendung auf die Religionsdozenten und die Religionslehrer.
« De artikelen 122 tot 127 en 131 tot 134 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969 zijn van toepassing op de leermeesters en de leraars godsdienst.

Art. 45 - In Artikel 37 Absatz 5 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 11. Mai 2009, wird die Wortfolge ädürfen im Amt" durch die Wortfolge ädürfen im Amt des Religionslehrers, im Amt" ersetzt.
Art. 45 - In artikel 37, vijfde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden " in het ambt van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek en in het ambt van psychosociaal begeleider" vervangen door de woorden " in het ambt van godsdienstleerkracht, in het ambt van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek en in het ambt van psychosociaal begeleider" .

" Unbeschadet von Absatz 1 hat ein Bewerber für das Amt des Religionslehrers nur Vorrang, wenn er im Besitz des erforderlichen oder für ausreichend erachteten Befähigungsnachweises ist" .
" Met behoud van de toepassing van het eerste lid heeft een kandidaat voor het ambt van godsdienstleerkracht alleen voorrang indien hij in het bezit is van een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs" .

111quinquies - Religionslehrer, die am 31. Dezember 2013 der in Artikel 22 angeführten Vorrangsregelung genügen, haben ab dem 1. September 2014 Anrecht auf eine zeitweilige Bezeichnung auf unbestimmte Dauer oder auf eine Ernennung gemäß den Bedingungen, die am 31. August 2014 Anwendung fanden.
111quinquies - Godsdienstleerkrachten die op 31 december 2013 voldoen aan de voorrangsregel vermeld in artikel 22, hebben vanaf 1 september 2014 recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur of op een benoeming overeenkomstig de voorwaarden die op 31 augustus 2014 van toepassing waren.

" Art. 119. 4 - Religionslehrer, die am 31. Dezember 2013 der in Artikel 35 angeführten Vorrangsregelung genügen, haben ab dem 1. September 2014 Anrecht auf eine zeitweilige Einstellung auf unbestimmte Dauer oder auf eine definitive Einstellung gemäß den Bedingungen, die am 31. August 2014 Anwendung fanden.
" Art. 119. 4 - Godsdienstleerkrachten die op 31 december 2013 voldoen aan de voorrangsregel vermeld in artikel 35, hebben vanaf 1 september 2014 recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur of op een definitieve aanstelling overeenkomstig de voorwaarden die op 31 augustus 2014 van toepassing waren.

Art. 32 - In Artikel 49 § 1 Absatz 4 desselben Dekrets, eingefügt durch das Dekret vom 11. Mai 2009, wird die Wortfolge " dürfen im Amt" durch die Wortfolge " dürfen im Amt des Religionslehrers, im Amt" ersetzt.
Art. 32 - In artikel 49, § 1, vierde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden " in het ambt van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek en in het ambt van psychosociaal begeleider" vervangen door de woorden " in het ambt van godsdienstleerkracht, in het ambt van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek en in het ambt van psychosociaal begeleider" .

Mit Ausnahme von Spanien, wo die Rechtsvorschriften geändert wurden, um Religionslehrer in den Anwendungsbereich der Richtlinie einzubeziehen, ist der Kommission keine systematische Anwendung wiederholter befristeter Verträge für Personal an Primar- und Sekundarschulen bekannt.
Met uitzondering van Spanje, waar de wetgeving is veranderd om godsdienstleraren ook onder de richtlijn te laten vallen, is de Commissie zich niet bewust van het systematisch gebruik van herhaalde overeenkomsten voor bepaalde tijd voor personeel in het lager en middelbaar onderwijs.